achinaal Klompenmakerij Traas in Heinkenszand is de enige overgebleven machinale klompenmakerij in Zeeland. Jaap Kramer, de huidige eigenaar, kampt met een probleem: niemand lijkt geïnteresseerd om het ambacht te leren en het bedrijf voort te zetten. Kramer probeert daarom zijn passie voor het ambacht onder de aandacht te brengen via interviews en sociale media. Ook richtte hij stichting 'De Klompenkapper' op die streeft naar de oprichting van een werkend museum. Zeeuwse klompenmakers Afbeelding De afkortzaag van Klompenmakerij Traas. Foto uit 2020. Machinaal, klompen maken behoort officieel, tot het immaterieel, erfgoed van Nederland. Het is in 2013 bijgeschreven in de Nationale Inventaris Immaterieel. CuLtureeL Erfgoed van ons Land. Een enkeling beheerst het ambacht nog en het ambacht wordt aan nog minder mensen overgedragen. Nederland kent nog maar elf machinale klompenmakerijen. Eeuwenlang waren klompen het meest voor de hand liggende schoeisel in Nederland. Tot de Tweede Wereldoorlog droeg bijna de gehele arbeidersklasse klompen. Molenaars, land bouwers, vissers en fabrieksarbeiders verkozen de klomp boven leren schoeisel. De houten schoen was namelijk licht en luchtig aan de voet, was regen- en vorstbestendig en de hardheid van het materiaal bood de voet bescherming bij een ongeval. Om de vraag naar klompen te kunnen beant woorden lag de productie hoog. In 1920 telde Zeeland 675 klompenmakers en waren zij met een productieaandeel van 15 procent een grote speler op de markt. Vele van deze klompenmakers waren landarbeiders die in de rustige wintermaanden bijverdienden met dit ambacht. Het merendeel van hen was gevestigd op Zuid-Beveland en in de Zeeuws-Vlaamse grensdorpen met België. Clinge was de kern van de Zeeuwse klompenmakerij. nr. 2 2020 ZEEUWS ERFGOED 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2020 | | pagina 23