w--: .A
C; ^%S
7- y\
V
;-.f
v a t - V
a ift
_3
rL
i i i
Jk=
Uiltjes
Zomervogels
Verder heet de vlinder ook vaak uultje in Zeeland.
In de jaren dertig was de naam vooral bekend op
de BeveLanden, maar ook op de andere Zeeuwse
eilanden kwam het een enkele keer voor.
In de jaren zestig zien we het vooral op
Schouwen-DuiveLand en Zuid-BeveLand, maar ook
op Walcheren en in Breskens. Uil, dat we in de
standaardtaaL kennen voor de nachtvogeL, was
weLLicht eerst de naam voor een nachtvLinder,
en ging later door betekenisverruiming over op
de dagvlinder. Dat blijkt ook uit het Woordenboek
waar Ghijsen nog duidelijk het verschil aangeeft
in welke plaatsen uil als nachtvlinder of als
dagvlinder beschouwd wordt. Op de recente
kaart zien we dat slechts één informant het
woord nog opgeeft.
Schoenlappers
Het Land van Hulst kent als naam voor de vlinder
schoelapper. Het woord is samengesteld uit schoe
dat in het Middelnederlands de enkeLvoudsvorm
was, en uit een afteiding van het werkwoord
lappen 'hersteLLen'. De verschiLLende patronen
van bonte kLeuren en tekeningen van de vLinder
worden vergeLeken met de Lapjes die de
schoenmaker vroeger gebruikte om schoenen
te hersteLLen of op te Lappen. In het Land van AxeL
komt dezeLfde naam voor, maar dan aLs
schoenlapper. De n in die naam duidt op het
meervoud. Toen wij schoen niet meer aLs
meervoud herkenden, werd er een nieuwe
uitgang aan toegevoegd en ontstond ons huidige
meervoud schoenen. De naam is niet terug te
vinden in het Woordenboekmaar het woord
schoenlappers staat er weL in voor de aaLbes.
De recente vragenLijst Laat geen schoenlapper
meer zien.
Zomervogel aLs naam voor de vLinder hebben we
in het oudste materiaaL van de jaren dertig aLLeen
opgetekend in Retranchement en Westdorpe, het
Supplement op het Woordenboek (pas verschenen
in 2003) zegt dat het woord ouderwets is in
PoortvLiet op ThoLen; het komt ook voor in
Oost-VLaanderen. Het benoemingsmotief van
zomervogel is niet moeiLijk te reconstrueren.
VLinders fladderen toch vooraL in het
zomerseizoen rond.
Slot
De benamingen voor de vLinder tonen heeL goed
aan hoe sneL het diaLect achteruitgaat. In de jaren
dertig en zestig zien we nog heeL wat variatie
op de diaLectkaart. Op de kaart van 2015 zijn aLLe
benamingen nagenoeg verdwenen. Dat komt
uiteraard omdat er steeds minder diaLect
gesproken wordt en ouders zeLf meer en meer
standaardtaaL doorgeven aan hun kinderen.
En dat gebeurt aL heeL vroeg. Wanneer je een
baby of peuter voorLeest uit kijkboekjes zaL
het woorden aLs vlinder, kikker enzovoort Leren,
maar niet kapelletje, uultje of puut.
nr. 3 2020
15
Iiih'i.-m hrïitfrt
p. KM*
n d™-
Hfuwgri
J rit»
1 I Vlinder in de Reeks Nederlandse Dialecten.
r, Luy M**l
t HilkW
-*■
rfiELi
2 Vlinder in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten.
3 I Vlinder in de enquête Vraag Antwoord.
Veronique De Tier en Piet van Sterkenburg
Bronnen
- Reeks Nederlandse Dialectatlassen
- Enquête Vraag Antwoord
- Van Keymeulen, Jacques (2007), "De dialectbenamingen voor
de vlinder in de Nederlandse en Friese dialecten: '(gekleurde)
vlinder' Eerste digitale taalkaart voor het Nederlandse taalgebied."
In: Van Mensen Dingen 5:223-233.
- www.dialectloket.be
- www.etymologiebank.nl
- www.zeeuwsewoordenbank.nl (Woordenboek der Zeeuwse
Dialecten en Supplement)
ZEEUWS ERFGOED