Jeroen Padmos, 'Wie bin dat noe?; Ilja Mostert, 'Barbara Adriaens staat haar mannetje'. Historische Vereniging Arnemuiden Arneklanken, 2020, 1 Piet Fej, 'Kleverskerke in de nadagen van keizer Napoleon (2)'; Leen Schouls, 'een weemoedig afscheid en een Koninklijke ontmoeting'; Joost Adriaanse, 'De bewoners van de Langstraat (z/w) in de vijftiger jaren (5)'; Janneke Lindenbergh, 'Het werkzame leven van wijkzuster A.P.A. van der Klooster'; Joost Adriaanse, 'De archeologische schat groeve Clasinastraat-Schuttershof (3)'. Heemkundige Kring Walcheren De Wete, 2020, 2 Paulina van Moolenbroek, 'Stijve rokjes. Het Burgerweeshuis in Vlissingen (1)'; Tessa de Boer, 'Zwierende Sweerts. Escapades van een Amsterdamse marskramer op Walcheren'; A.W Wirtz, 'Een schoon verhaal. Het badhuis van Middelburg'; Rijk-Jan Koppejan, 'De vrouw van Nedoptifa. Carolina E. Bleeker, een Middelburgse met pit'; Ronald Guldenmund, 'Oude patriotten. De Vergenoeging, een sociëteit in het hart van Middelburg'; Anneke van Waarden Koets, 'Hoog bezoek. De reis van Willem V door achttiende-eeuws Zeeland'; Leo Faase, 'Walcherse Weelde. Frits Lensvelt en de overgang van Middelburg', Vereniging Vrienden van het muZEEum en het Archief van Vlissingen Den Spiegel, 2020, 1 Aafke Verdonk-Rodenhuis, 'Sprookjesstad Vlissingen, Wibaut, het snoepje van de week en een koningin'; Arthur Schejde, 'Sprookjes- stad Vlissingen door de ogen van Anton Pieck'; Jaco Simons, 'Geboren te Vlissingen - Gemaakt in Amsterdam'; Jules Braat, 'Het snoepje van de week. De winkels van De Gruyter in Vlissingen'; Tatjana V. Lebedeva en Jan C Bliek, 'Koningin Mathilde en de Lampsins?'. Den Spiegel, 2020, 2 Aafke Verdonk-Rodenhuis, 'Van alles wat in deze Spiegel'; Amanda Simons, 'Geboren te Vlissingen - Gemaakt in Amsterdam'; G-Jan Derksen, 'De Deutsche Ost-Afrika Linie en haar komst naar de haven van Vlissingen'; Ron van Maanen, 'Vlissingen en de Koninklijke Marine in de negentiende eeuw'; Jaco Simons, 'Het eerste Avondmaal'; Arthur Scheijde, 'Hoe 'Vlissingen' slavenhandel in Noord-Amerika startte'. Polderhuis Westkapelle PolderhuisbladWasschappels Magazine, april 2020 Piet Minderhoud en Jan Kaland, 'Langs het tuinpad van mijn vader (3)'; Nelleke Wouters, 'Eieren zoeken op z'n Fries'; Jan Zwemer, 'Zomaar een Westkappelaar uit de I9e eeuw'. Polderhuisblad. Wasschappels Magazine, juni 2020 Nelleke Wouters, 'Oh, de liefde voor de muziek'; Piet Minderhoud en Jan Kaland, 'Langs het tuinpad van mijn vader (4)'; Lieneke van den Heuvel, 'Gröös op Westkapelle en OKK. Een interview met dirigent Cora Dellebeke'; Jan Kaland, 'Tamboer!!!'. Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen Tijdschrift, 2020,1 Marja A.C. de Groote, 'Een toegift: nog een oorlog'; André R. Bauwens, 'De terugkeer van koningin Wilhelmina in maart 1945'; Marja A.C. de Groote, 'Bram Bril smijt z'n ransel weg en rent voor z'n leven. West-Zeeuws-Vlamingen tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861 1865)'; André R. Bauwens, 'Een foto uit vervlogen dagen'; Arco Willeboordse, 'Biografie van een traptrede. Over een toren van Bourgondiè, een steen uit Gobertange en een schenking in Sluis'. Tijd\Schrift, 2020, 2 André R. Bauwens, 'De Zwarte Dood, flagellanten, pogroms en het coronavirus'; Rinus Willemsen, 'Een miniatuurkerkraam in IJzendijke'; Geert Stroo, 'Een plattegrond van Schoondjke uit 1911/1921'; André R. Bauwens, 'Een foto uit vervlogen dagen'; Marja A.C. de Groote, 'Licht en duisternis Leven en dood'. UITGELICHT In de Cronicke van den Lande van Philippus- landt geeft H. Rjstenbil een verkorte versie van een lezing door Janny Lock over de houten geschenkwoningen, die na de Watersnoodramp van 1953 door omringende landen geschonken werden voor ontheemde bewoners van de overstroomde gebieden. De huizen kwamen uit Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland en Oostenrijk, en zelfs een uit Frankrijk. De naam 'nood woning', die vaak gebruikt werd, is mis plaatst, want in de landen van herkomst staan ze soms meer dan tweehonderd jaar, zijn goed geïsoleerd met dubbele beglazing en wanden. Voor de begrippen van 1953 waren het comfortabele woningen, van alle gemakken voorzien. In Sint Philipsland zijn Deense huizen gezet in de Deensestraat; ze kregen de namen van leden van de Deense Koninklijke familie. Janny Lock vond een schat aan gegevens over de verdeling van de huizen, de opbouw en veel bijkomende zaken in de archieven van het toenmalige Ministerie van Wederopbouw en Volkshuis vesting, en in plaatselijke of regionale archieven. De gemeenten in de getroffen gebieden streden allemaal om zoveel mogelijk geschenkwoningen binnen te halen, de woningnood was al hoog en daarbij kwam de verwoesting door het water. Het Rode Kruis en het Ministerie van Wederopbouw waren verantwoordelijk voor de verdeling. Het liefst wilde het Rode Kruis dat de woningen gegeven werden aan huis- eige-naren. Om directe doorverkoop te voorkomen moest elke eigenaar minstens drie jaar erin blijven wonen. Voor grond aankoop en het leggen van funderingen kwam een wet die voorzag in 80 tot 90% vergoeding door het Rijk. Voor huurders was een aparte regeling. De belangrijkste regel was dat de woningen terecht kwamen bij mensen die hun huis en alle goederen verloren hadden door de ramp. Een wrange uitzondering vormden tien Oostenrijkse chalets, geschonken door het Centraal Bureau Tuinbouwveilingen (CBT) in Den Haag. Die organisatie had als betaal middel van het verarmde Oostenrijk voor een zending witte kool om sauerkraut te maken, de chalets ontvangen. Het Rode Kruis en het Ministerie hadden daar kennelijk niets over te zeggen, en daar werd door de burgemeesters van de gemeenten die de huizen kregen misbruik van gemaakt: zij zetten er hun ambtenaren in. In Sint Philips land heeft nota bene de burgemeester er zelf in gewoond! Het CBT had een mooier gebaar kunnen maken door te bepalen dat alleen slachtoffers van de ramp recht op de chalets hadden. Ondanks het feit dat de bouwdelen nummers en letters hadden met bijhorende tekeningen, zorgde de opbouw voor problemen. Prefab houtbouw was nog weinig bekend en de teksten waren in het Engels of in een Scandinavische taal. Legio problemen deden zich voor: hout werd op eterniet geschroefd, waardoor keukenbladen gingen ontzetten. Of de verankering in stenen onderdelen, zoals de schoorsteen, werd niet flexibel gemaakt. Ook ging het isoleren vaak niet goed. Daarnaast gaven allerlei bepalingen en regels ongemak: het houden van huisdieren werd aan banden gelegd en in de buiten wanden mocht niet gespijkerd worden, om bijvoorbeeld een waslijn te spannen. Ook de kleur op de buitenwanden werd voor geschreven. Toen in augustus 1954 koning Haakon van Noorwegen op bezoek kwam, moest alles keurig en piekfijn in orde zijn! In later jaren zijn veel geschenkwoningen afgebroken, met argumenten als houtrot, houtworm en boktor. De bewoners wisten dat dat in de meeste gevallen niet waar was. De huizen stonden op een flink stuk grond en de woningbouwverenigingen wilden er gewoon meer wooneenheden dan de bestaande neerzetten. Langzamerhand worden instanties zich ervan bewust dat een geschenkwoning nog het weinige is dat herinnert aan de ramp. Vanuit (de) Provinciale Staten van Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland komen geluiden om de cultuurhistorisch meest waardevolle woningen op de erfgoedlijst te plaatsen. 30 -*■ ZEEUWS ERFGOED nr. 3 2020

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2020 | | pagina 30