iets duideLijk over de roL die aLLedaagse
esthetiek speeLde in de vroege twintigste
eeuw.
Contrasten
Landarbeider Jewannes, die bij de fanfare zat,
genoot op een andere manier: "Ik Leefde voor de
muziek - voor het fanfarekorps hier. Ik speeLde zéLf
weL niet, maar ik droeg 't vaandeL. Prachtig vond ik
dat. Later kregen we echte uniformen en aLs
vaandeLdrager had je dan van die mooie witte
handschoenen aan. Want ik deed dat graag
perfect, 'ee. Ook met het vaandeL dat ging aLtijd
precies voLgens de regeLs. Anderen stonden er
dikwijLs zomaar aLs een zoutzak naast, maar ik niet.
Ochgot nee, ik niet!"
VeeL Landarbeiders verteLLen dat hun werk - hoe
zwaar het ook was - ook pLezier gaf. Landarbeider
MachieL verteLt dat hij Liever op het Land werkte dan
in een fabriek, waar het werk geestdodend was en
waar je geen stap zeLfstandig kon zetten. Het mooi
uitvoeren van het werk gaf evenzeer voLdoening.
Aan het maken van mooie schoven vLas bijvoor
beeLd ontLeenden sommige arbeiders een positief
gevoeL. Ook huishoudeLijk werk kon zo'n beLeving
opLeveren. Landarbeidster Marie verteLt: "Want
werken is m'n Lust en m'n Leven. De was doe ik
ook zeLf. En de bonte was gaat bij mij niet in de
wasmachine. Die was ik met de hand; truien,
kousen, sokken, overhemden, pyjama's... aLLemaaL
met de hand. Ik geniet er zo van om Lekker met
m'n handen in het sop bezig te zijn. ALs ik zo sta
te boenen, voeL ik me voL energie."
Positieve ervaringen werden ook ontLeend aan
de aandacht en het respect die met een bezigheid
gepaard gaan. Johanna verteLt over haar vaste
zondagritme, dat duideLijk maakte wat haar famiLie
voor haar betekende. "Toch was de famiLie, het
gezin, aLLes voor me. ELke zondag gingen we met
z'n aLLen wandeLen. Dat deed ik nog toen ik aL een
meisje van zestien was en m'n oudste broer tot-ie
zich verLoofde. We hadden een vast rondje: Langs
het weiLand waar onze paarden en koeien Liepen,
op de terugweg Langs m'n grootouders voor een
kopje koffie en daarna weer naar huis. 's Avonds
zetten we de radio aan; heeL gezeLLig. JarenLang
was dat onze zondag."
Waardering van erfgoed
Esthetiek vormt een referentiekader waarmee
we onze omgeving beoordeLen en dat ons tot
handeLen beweegt. Onderzoek heeft uitgewezen
dat we vaker en consequenter tot bepaaLd gedrag
worden aangezet doordat we schoonheid ervaren,
dan door rationeLe argumenten, pLichtsbesef of
zeLfs angst. Voor onze omgang met erfgoed is dit
inzicht beLangrijk. ALs iets ons aantrekt hebben we
de neiging om het te beschermen. Een object of
Landschap dat we esthetisch niet aantrekkeLijk
vinden, danken we makkeLijker af. Net aLs mis
vormde groente staan onbewoonbare woningen,
vervaLLen schuren en rommeLige Landschappen
bLoot aan de drang tot eLimineren van wat aLs vies,
LeLijk of saai wordt opgevat. Het is een mechanisme
waarvan niet iedereen zich even bewust is, maar
dat voor het beschermen, benutten en beLeven van
erfgoed van doorsLaggevende betekenis kan zijn.
Afbeelding rechts
In het 'schoonrijden'
speelt esthetiek
nadrukkelijk een rol
Schaatsend boerenecht
paar op Zuid-Beveland,
circa 1870 prent door
Adolphe Dillens, bron
Zeeuws Archief, KZGW,
Zelandia Illustrata.
De esthetische ervaringen kunnen mensen
opbeuren en verzoening bieden. We horen
hoe beLangrijk zingen en muziek maken
waren in tijden waarin Lang en hard gewerkt
moest worden en veeL armoede werd
geLeden. Zo herinnert dijkwerkersdochter
Krina zich ook de gezeLLige momenten uit
een jeugd met veeL eLLende. Muziek was
daarin beLangrijk.
"Op zomeravonden kwamen we uit de
heLe buurt bij eLkaar onderaan de zeedijk.
Dan zaten we daar en dan speeLde een
neef van me op een mondharmonica en
wij zongen erbij. Nu zou je zeggen: wat
was dat voor vertier. Maar wij vonden het
mooi; we wisten niet beter."
Citaten
- Kees Slager, Zeven
Zeeuwse vrouwen,
onvergetelijke levens
verhalen (Goes, 1995):
Krina (p. 37), Marie
(p. 29), Johanna (p. 78)
en Els (p. 158).
- Kees Slager,
Landarbeiders,
verhalen om te
onthouden
(Nijmegen, 1981):
Jewannes (p. 99) en
Machiel (p. 260).
Jeanine Dekker
nr. 3 2020
ZEEUWS ERFGOED
9