Het Zeeuwse
landschap, een
"Als Zeeland nog was, zoals het voor de oorlog was,
dan was het nu van een internationale schoonheid. Als ze
er een landschapspark van gemaakt hadden, dan kon je
je niets mooiers voorstellen dan Zuid-Beveland en
Walcheren. Maar wat er van het eiland Walcheren
over is kan nu geen mens meer inspireren."
Het Zeeuwse landschap
als inspiratiebron
Afbeelding
Het dijkhuis op de
zeedijk bij Bor
pastei uit 1949 door
Adrie Duvekot (1920
2004). Dit geboortehuis
van Hans Warren heeft
inmiddels piaats-
gemaakt voor de
kerncentraie en een
olieraffinaderij
particuiiere coiiectie.
We schrijven 1986. Aan het woord is Gerard
Rothuizen (1926-1988), theoloog met Zeeuwse
worteLs en sterk betrokken bij het Landschap.
Dit citaat, waar vooral diepe teleurstelling vanaf
druipt, biedt voldoende aanknopingspunten om
stil te staan bij de betekenis van het Zeeuwse
landschap. Dat is actueel, gezien het themajaar
2021 'Ode aan het Nederlandse landschap'. Dat
vraagt aandacht voor ons uitzonderlijk gevarieerde
landschap, waarin oud en recent, land en water,
natuur en cultuur elkaar afwisselen, en dat als
zodanig een inspiratiebron bron vormde voor
beeldende kunst. Ook het Zeeuwse landschap
inspireerde al vroeg kunstenaars. Walcheren liep
daarbij voorop - niet verwonderlijk omdat het sinds
de aanleg van de spoorlijn naar, en de tramlijn
over het eiland relatief goed ontsloten was. Vooral
Domburg had een grote aantrekkingskracht.
Men beschouwt de Belgische schilderes
Euphrosine Beernaert (1831-1901) als de eerste die
de omgeving van de badplaats wist te waarderen.
Maar ook in Veere, WestkapeUe en Zoutelande
streken schilders neer, geboeid door het
zogenaamd authentieke landschap, het veel
geroemde Zeeuwse licht en de schilderachtige
streekdracht. En dan was er ook - niet onbelangrijk
- de kapitaalkrachtige clientèle van gezondheids
goeroe dr. Mezger. Jan Toorop, Ferdinand Hart
Nibbrig en Piet Mondriaan zijn de bekendste
schilders, en lieten ons werken na die vandaag
in musea over de hele wereld zijn te bewonderen.
10
ZEEUWS ERFGOED
nr. 4 2020