Inspiratie anno 2020 Afbeelding Inlaag van de Thoorn- polder aan de noordkust van Noord-Beveland, gezien in westelijke richting foto Stichting Het Zeeuwse Land schap, Chiel Jacobusse. Afbeelding hiernaast Deze titelpagina van de Walchersche Arkadia door M. Gargon uit 1715 toont een deel van Walcheren; links de stad Middelburg Zeeuws Archief Zelandia Illustrata KZGWII, inv.nr. 5. Verder lezen - Beenhakker, Ad, Naar ZeelandSchilders van het Zeeuwse land schap. Vlissingen 2016. - Boer, Jantien de, Landschapspijn. Over de toekomst van ons platteland. Amsterdam/ Antwerpen 2017. - Klerk, Aad de, Literaire sporen in de slik; het Zeeuwse landschap als inspiratiebron van schrijvers en dichters, in: Zeeland dichters- land; bloemlezing. Zeist 2002, pp. 7-21. - Marjoleine de Vos, Je keek te ver. Een wandeling. Amsterdam 2020. voorouders zijn, hebben we ook inzicht nodig in wat je eigenLijk ons voorland zou wiLLen noemen (als dat woord niet al een andere betekenis had) en in ons ommeland. Zonder die kennis mis je een klein hoogteverschil, zie je niet die weinig opvattende verspringing in de verkaveling en zie je die merkwaardige bocht in een weg of dijk of sloot over het hoofd. Dan bespeur je weinig bijzonders aan het landschap van de Yerseke Moer of de minipoldertjes in de Zak van Zuid-Beveland. Dan is een wandeling langs de linie tussen de vesting Hulst en het voormalige fort Zandberg geen wandeling door de tijd. En dan ontgaan je de subtiele maar relevante hoogteverschitten tussen de kreekruggen en poelgronden op Walcheren. Evenals het bijzondere van de tekentafelpolders waarin CoUjnsplaat en Borssele liggen. Laat staan dat je kleine elementjes als tiendpalen en grens- Unden ziet en op hun juiste waarde weet schatten. Wandelt Marjoleine de Vos vanuit haar woonplaats Zeerijp, op het ogenschijnlijk platte Groninger Hoogeland, je kunt natuurlijk even zo goed lopen en observeren vanuit Dreischor, Ritthem of Groede. En er is attes voor te zeggen om soms ook iets verder dan 'hier' te kijken, om onze kennis van de Zeeuwse overkanten te vergroten, want die kennis is zeer beperkt. Zo bleek toen Omroep Zeeland in de voorbije zomer de quiz 'Zeg ken jij de overkant' organiseerde. Zeeuwen kennen het andere dan het eigen eiland slecht. Wat overigens opviel aan de quizvragen was het feit dat van de ruim dertig er slechts drie min of meer betrekking hadden op het landschap. Dat is jammer, want de Zeeuwse overkanten bieden meer dan die ene vliedberg, dat ene burgterrein en dat specifieke verdronken dorp. En nu, vandaag, zou ons landschap niemand meer kunnen inspireren? Er zijn voorbeelden te over van het tegendeel. Denk aan het festival Zonnemaire Buitengewoon, met (sinds 1995) kunst op de akkers. Denk aan de landart - niet door iedereen gewaardeerd - in de vorm van negen objecten in de Wilhelminapolder, een geschenk ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de gelijknamige maatschappij. En denk vooral aan het Zeeland Nazomerfestival dat sinds 2000 voorstellingen biedt op podia met het landschap als decor. En een laatste voorbeeld: Stichting Het Zeeuwse Landschap bood tussen 2011 en 2017 in haar tijdschrift ruimte aan circa 25 hedendaagse landschapsschilders. Zij brengen meestal niét meer in beeld wat hun vooroorlogse collega's schilderden. Die landschapsbeelden als inspiratiebron zijn veelal verdwenen, maar hebben plaatsgemaakt voor nieuwe. Toch is er wel wat aan de hand. De nieuwe landschapsbeelden zijn soms verre van fraai. De landschapspijn wordt ook door niet-ecologen gevoeld. En bij onoplettendheid dreigt de historie uit het landschap te verdwijnen nog voordat ze is opgemerkt. Het gaat te ver voor een diagnose als die welke landschapsarchitect Adriaan Geuze onlangs stelde, namelijk dat Zeeland het paradijs heeft verkwanseld. Maar witten we iets van het paradijselijke - als dat al heeft bestaan - behouden, wil het landschap een ode waard blijven, dan is ieders inspanning voortdurend vereist. 'Zeeland blijft niet vanzelf mooi', aldus het motto van stichting Het Zeeuwse Landschap. Aad de Klerk 12 ZEEUWS ERFGOED nr. 4 2020

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2020 | | pagina 12