Een opgeviste laatmiddeleeuwse
ankersteen uit Breskens
Vondst voor het voetlicht
Eind 2017 werd door een Breskense visser een rechthoekige
ruw bekapte ankersteen van Bentheimer zandsteen met
de resten van een ijzeren bevestigingspunt aangeboden
aan de auteur. De steen - circa 1,55 x 0,63 x 0,31 meter,
gewicht circa 650 kilogram - was twintig jaar geleden
door de Zeebrugge 80 opgevist in de zuidelijke Noordzee
of het Engels Kanaal en in Breskens aangeland.
Zeemijnanker of tonsteen
Voetmaat en merk
Afbeelding
Opgeviste ankersteen
van Bentheimer
zandsteen aangeland
in Breskens, thans in
Bevrijdingsmuseum
Zeeland
Detail
Steenhouwersmerk op
de ankersteen foto's
Frans Mol.
AL sneL was duideLijk dat het om een ankersteen
ging, een zware steen die aLs anker diende voor
een klein vaartuig, boei of ton en dergelijke.
Bentheimer zandsteen was daarvoor bijzonder
geschikt omdat de poreuze steen verzadigd
met water nog zwaarder werd. Eerst werd gedacht
aan een ankersteen van een zeemijn en is de
steen overgedragen aan het Bevrijdingsmuseum
Zeeland. Naderhand bleek echter dat in WOI en
WOII de Bentheimer steengroeves gesloten
waren.
Natuurstenen ankerstenen voor betonning
(tonstenen) uit de achttiende en negentiende
eeuw hebben afwijkende afmetingen (korter en
hoger) en vanaf 1853 kwamen deze uit de steen
groeve van het Belgische Écausinnes (Escosijnse
steen). Blijkens archiefonderzoek leverden tussen
1590 en 1853 hoofdzakelijk de Bentheimer
groeves zulke stenen aan de Nederlanden.
Een opvarend kenmerk is dat in de zeventiende
eeuw de Bentheimer voetmaat 29,8 centimeter
was, maar dat men in de Nederlanden levering
in een voetmaat van 31,4 centimeter verlangde.
Dat komt redelijk overeen met de maten van
de Breskense steen, die ongeveer 31 centimeter
of een veelvoud daarvan bedragen.
Op de steen is een merk ingehouwen. Vergelijking
met bekende en gepubliceerde steenhouwers-
merken pLaatst het merk in de buurt van merken
met een datering tussen 1450 en 1550.
Uit Nederland zijn verder geen Bentheimer
ankerstenen bekend. Gezien de afmetingen van
de steen is het waarschijnlijk dat de Breskense
steen een zeventiende-eeuwse Bentheimer
tonsteen betreft. Het is echter ook mogelijk dat
de tonsteen uit de periode tussen 1450 en 1550
stamt, waarbij de Nederlandse voetmaat werd
gebruikt. Daarover bestaan helaas geen archivalia.
Verder onderzoek is nodig om hierover duidelijk
heid te krijgen. Zo heeft de schenker van de steen
vermeld dat aan de onderzijde nog een tweede
merk aanwezig zou zijn. Daarnaast zou de samen-
steUing van het gebruikte ijzer een licht kunnen
werpen op herkomst en datering. Budget
daarvoor ontbreekt tot nog toe.
Ook verdient de ankersteen een plaats waar
deze beter tot zijn recht komt.
Frans Mol
Rijkswaterstaat Zeeland, hydrograaf
28
ZEEUWS ERFGOED
nr. 4 2020