Meldpunt
Erfgoed Zeeland
UITGELICHT
In Tijdschrift (2020, 3) schrijft André
Bauwens het artikel: 'Katholieke emancipatie
in een liberaal bolwerk van protestantse
huize. Gemeentepolitiek in Aardenburg in
de jaren twintig van de vorige eeuw'.
De laatste decennia van de negentiende
en de eerste van de twintigste eeuw worden
in Aardenburg, zoals in heel Nederland,
gekenmerkt door de katholieke emancipatie.
Parallel hieraan komt de arbeidersbeweging
in opkomst. Katholieken, protestanten en
onkerkeljken scheppen een eigen leef
wereld met aparte scholen, verenigingen
en politieke patjen. In 1906 constateert
het katholieke orgaan Zelandia nog over
Zeeuws-Vlaanderen, dat: "aldaar het
liberalisme, schoon in de minderheid,
meerderheid is in alle mogelijke colleges,
dank zij - natuurlijk! - den beginselloosen
stembussteun door katholieken steeds aan
liberale candidaten verleend". Als voorbeeld
wordt Aardenburg belicht, waarvan meer
dan de helft van de bevolking katholiek is,
maar waar de burgemeester liberaal is, er
maar twee van de zeven raadsleden
katholiek zijn, er op de openbare school van
de vijf onderwijzers er slechts één katholiek
is en het bestuur van het Burgergasthuis en
het Weeshuis ook praktisch helemaal uit
liberalen bestaat. In de erop volgende jaren
veranderen de politieke verhoudingen
nauwelijks: de liberalen, die overigens veelal
van protestantse huize zijn, blijven de dienst
uitmaken. Dat Nederland nog geen
algemeen kiesrecht kent helpt niet om de
zaken te veranderen. Alleen mannen die aan
bepaalde criteria voldoen mogen stemmen,
en voor veel katholieke mannen liggen die
eisen veel te hoog. Maar in 1917 wijzigt de
stembusuitslag, als het algemeen mannen-
kiesrecht wordt ingevoerd. Vrouwen kunnen
trouwens pas in 1923 stemmen voor de
gemeenteraad.
Langzamerhand verandert het patroon.
In 1924 wordt in Aardenburg de katholieke
burgemeester Th. Overmaat benoemd, wat
voor de nodige ophef onder de protestanten
zorgt. Een roerige tijd breekt aan voor
Aardenburg, gekenmerkt door het getouw
trek om het beheer van de rijke gast- en
weeshuisgoederen. Het Burgergasthuis en
het Burgerweeshuis worden hoofdzakelijk
door protestanten bestuurd. In 1925
veroorzaakt echter een brief van de enige
katholieke regent van het Burgergasthuis,
G. Wijffels, ffinke beroering. Hij vindt dat het
gasthuis - bestemd voor de on- en
minvermogende inwoners van Aardenburg -
niet aan zijn bestemming voldoet. Het
regentencollege wil veel kapitaal steken in
modernisering, om zo onder andere meer
particuliere patiënten van elders te trekken.
Volgens Wijffels moeten aan zo'n
vernieuwing buitensporig veel kosten
gespendeerd worden en is het beter de
Aardenburgse patiënten uit te besteden
aan ziekenhuizen in België en op Walcheren.
Het geld dat aan modernisering besteed
zou moet worden, kan dan ten goede komen
aan de minvermogenden van Aardenburg.
Omdat er wel zorg moet blijven stelt hij voor
twee wijkzusters aan te stellen. Het jaarlijks
inkomen van het gasthuis kan dan
uitgegeven worden aan geneeskundige
behandeling voor alle behoeftige patiënten,
ook zij die zorg in een ziekenhuis nodig
hebben en aan ouden van dagen die
behoefte hebben aan een onbezorgde
oude dag. Onverkwikkelijke gebeurtenissen
volgen, met ingezonden scheldbrieven in
de krant door beide partijen.
In 1926 ontstaat er een nieuwe rel omdat een
ingezonden brief aan de krant, ondertekend
door wethouder De Wispelaere, nooit door
deze geschreven zou kunnen zijn omdat hij
daartoe helemaal niet in staat is. In de
Breskensche Courant laten een aantal
Aardenburgers weten: "dat het met de
ontwikkeling van den Heer W. nu niet zoo
bijster goed gesteld is" Je moet maar
durven! Eindeloos geruzie, burgemeester
Overmaat zou de briefschrijver zijn, er
worden zelfs een rechtsgeleerde en
handschriftdeskundigen ingeschakeld om
de brief te onderzoeken.
Het Burgergasthuis aan de Oude Kerkstraat in
Arnemuiden bron: Tijd\Schrift 2020, 3.
Enige tijd later zijn de rapen weer gaar!
Tijdens een gecombineerde vergadering
van de gemeenteraad en het College van
regenten van het Burgergasthuis wordt de
katholiek W. van Vooren gekozen tot regent
van het gasthuis. Een poging tot terug
draaien van de benoeming wordt door
de Kroon afgewezen. Als gevolg van de
politieke strijd tussen katholieken en
protestanten worden de onderlinge
tegenstellingen zo verscherpt dat het tot
een economische boycot komt: katholieken
kopen niet meer bij protestantse winkeliers
en katholieke ambachtslui verliezen
protestantse klanten.
De gemeenteraadsverkiezingen in mei 1927
brengen tussen katholieken en protestanten
weer veel ellende. De conclusie van de
katholieken is dat er fraude gepleegd moet
zijn in een van de stemlokalen. Zij voelen
zich zeer tekort gedaan en roepen op tot
protest: 3.000 katholieken bezoeken een
grote protestdemonstratie met toespraken,
afgewisseld met muziek. Achter de
schermen wordt onderzoek gedaan naar de
onregelmatigheden tijdens de verkiezingen
en het resultaat is dat er nieuwe
verkiezingen moeten worden uitgeschreven.
Na telling van de stembiljetten blijken de
katholieken meer stemmen behaald te
hebben dan de andere drie partijen samen,
maar door handig gebruik te maken van een
toen bestaande regeling inzake restzetels
krijgen zowel de antirevolutionairen als de
socialisten een zetel in de raad. De uitslag
is een unicum in het land, maar politiek
Den Haag beseft nu dat dit niet kan en er
wordt in 1928 een wetsontwerp in de
Tweede Kamer aangenomen waaraan een
artikel 100a is toegevoegd, het zogenaamde
Aardenburgse wetje! Toch blijven de partijen
elkaar met modder bekogelen, nu over de
ongeregeldheden die tijdens het stemmen
zouden hebben plaatsgevonden, zoals
het opzettelijk ongeldig maken van stem
biljetten. Uiteindelijk wordt de Aardenburgse
verkiezingskwestie door de arrondisse-
mentsbank inhoudelijk behandeld: er is
geknoeid met de biljetten maar het is niet te
bewijzen wie de dader is. In de pers blijven
de katholieken echter de gebeten hond.
Het geschil om het Burgergasthuis blijft ook
nog de gemoederen bezighouden. In 1928
komt de Breskensche Courant echter met
een verrassend bericht: alle goederen van
het Burgerweeshuis en het Burgergasthuis
zullen onder de verschillende gezindten
verdeeld worden. Het plan is ingediend 'ter
beëindiging van den strijd in de gemeente'.
Er wordt vergaderd met de armbesturen en
een verdelingsplan wordt opgesteld en
notarieel uitgewerkt. Uiteindelijk wordt met
algemene stemmen besloten tot opheffing
van het Burgergasthuis en het Burger
weeshuis en kan er gewerkt worden aan
de verdeling van de bezittingen. Na de
opheffing en de verdeling is de angel uit het
conffict tussen katholieken en protestanten.
Toch duurt het nog tientallen jaren voordat
de verhoudingen zijn genormaliseerd. Er is
te veel gebeurd en er zijn te veel mensen
beschadigd.
Via het Meldpunt kun je een
melding doen over gebouwd,
landschappelijk en archeologisch
erfgoed in Zeeland. Het kan gaan
over een archeologische vondst of
over bedreigd, ondergewaardeerd
of onbekend gebouwd of
landschappelijk erfgoed.
Alle meldingen worden besproken
in Netwerk Erfgoedorganisaties.
Een archeologische vondst blijft
je eigendom, maar moet soms
beschikbaar blijven voor nadere
bestudering. Dit zal dan gedaan
worden door een van de
archeologen van Erfgoed Zeeland.
Meer informatie? Kijk op
erfgoedzeeland.nl/meldpunt.
nr. 4 2020
ZEEUWS ERFGOED
31