Vlissingse kaapvaarders De kapiteins van beide schepen, die vanuit VLissingen waren uitgevaren, hadden een kaapvaardersbrief aan boord. Jope had bij vertrek van burgemeester De Moor een kaapvaardersbrief overhandigd gekregen, uitgegeven door prins WiLLem van Oranje, ELfrith had een kaapvaarders brief van hertog KareL I EmmanueL van Savoye aan boord. Beide Europese Leiders verLeenden door middeL van deze kaapvaardersbrief toestemming tot het kapen van Spaanse en Portugese schepen, zoLang ze in oorLog waren met FiLips III, koning van Spanje en PortugaL. Virginia en de tabaksteelt Jope en ELfrith namen zo'n vijftig Afrikaanse sLaven van de Sao Joao Bautista aLs handeLswaar mee op hun schepen, voor verkoop op het vasteLand van Noord-Amerika. De eerste bestemming werd Virginia, waarschijnLijk omdat de pLaatsvervangend gouverneur aLdaar aandeeLhouder van de Treasurer was. In de priLLe EngeLse koLonie Virginia was recenteLijk door de EngeLsman John RoLfe de tabaksteeLt geïntroduceerd. Het pLaatseLijke kLimaat en de rijke gronden aan de James River en de Chesapeake Bay bLeken zeer geschikt voor het verbouwen van dit cuLtuurgewas, waarvan het gebruik in Europa aan het einde van de zestiende eeuw enorm popuLair werd. De kwaLiteit van Virginiatabak bLeek dermate goed dat de vraag uit het moederLand ongehoorde proporties aannam en de tabaksteeLt in de koLonie exponentieeL groeide. De arbeidsintensieve teeLt werd echter grotendeeLs door boerenfamiLies op kLeine perceLen uitgeoefend. Door de stijgende vraag HMpflDrfi CÉrilB't Aftlciii feihtert! Antoiiy 33.w «w ïlrrt Afbeelding Informatiebord over de landing van de eerste Afrikaanse slaven in Brits Noord-Amerika, bij Point Comfort - het huidige Fort Monroe - in Hampton, Virginia foto Facebook Project 1619 Inc. De Zeeuwen waren enthousiaste kaapvaarders, vooraL de VLissingers. Hun reputatie was dusdanig, dat de Spanjaarden kaapvaarders PitseUngos noemden, een verbastering van VUssingers. De kaapvaart, die zich formeel richtte op vijandelijke koopvaarders, was een voLwaardige oorLogstaak die door particuliere kaperschepen werd uitgevoerd; er werd afbreuk gedaan aan de economische macht van de vijand, in dit geval Spanje en Portugal die in de periode 1580-1640 in een politieke unie verbonden waren. De kaapvaart werd aangestuurd vanuit kaapvaart rederijen, waarvan er in VUssingen legio waren. De kaapvaartreders investeerden veelal ook in de VOC en WIC en bekleedden vaak politieke functies. Een groot deel van de opbrengst van een veroverde lading ging naar deze reders, daarnaast was er een gedeelte bestemd voor de kapitein, de bemanning en 10% voor de prins van Oranje, in ruil voor de afgifte van kapersbrieven, waarmee de kaapvaart gelegaliseerd was. De kaapvaart legde VUssingen geen windeieren, kapers werden dan ook met open armen verwelkomd. En ook na een kapersverbüjf van tientaLLen jaren op zee was er voor menig kaper een tweede carrière in VUssingen weggelegd: als lid van de vroedschap van de stad. vanuit Afrika naar Midden- en Zuid-Amerika vervoerden, hielden de Nederlanders - net zo min als de Fransen en Engelsen - zich (nog) niet bezig met de planmatig opgezette slavenhandel. Afrikaanse slaven vielen voornamelijk door de kaapvaart in NederLandse handen, waarna ze aLs handelswaar in de Nieuwe Wereld te koop werden aangeboden. Dit gebeurde ook met een aantal van de gekaapte Afrikaanse slaven van het Portugese schip Sao Joao Bautista, dat Veracruz in het huidige Mexico aLs bestemming had. jflrfch ftwti for theae &od odld AF4[ih, vfca kfed htrn er.üLui^d f riiR jfaip. Aiiang present-d»y Hl> 24 ZEEUWS ERFGOED nr. 2 2021

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2021 | | pagina 24