F H nr. 1 2022 10 Afbeelding Geglazuurd aarde werken sierbord met propagandatekst van Firma P. van der Want Ivorawerken uit Gouda, bedoeld als keramische protestpublicatie tegen de Belgische annexatieplannen. Het bord in late jugend stil laat een intact Nederland zien, met in de sierrand appeltjes van Oranje en de provinciewapens van Zeeland en Limburg foto Jort Willemsen. Luitenant-koLoneL Joseph Ledel werd naar het gebied gezonden om de Belgische opmars te keren. Dat Lukte ten dele. Zo wist hij Oostburg voor de Nederlanders te behouden, maar andere delen van Zeeuws-Vlaanderen bleven in Belgische handen. Koning Willem I kon zich echter niet neerleggen bij het verlies van de zuidelijke delen van het koninkrijk en zette op 1 augustus 1831 de tegenaanval in, de zogeheten Tiendaagse Veldtocht. Deze oorlog werd door Nederland smadelijk verloren, op een enkele gewonnen veldslag na. De belangrijkste was de slag bij Kapitale Dam in Biervliet. Daar wist - opnieuw - Joseph Ledel de Belgen terug te dringen, waardoor uiteindelijk heel Zeeuws-Vlaanderen weer onder Nederlandse controle werd gebracht. Vervolgens duurde het nog tot 1839 voordat Nederland bereid was de Belgische onafhankelijkheid te erkennen. Het vertrouwen was na 1830 echter beschaamd, waardoor Nederland zich bewapende. Zo werd er in de vesting van Terneuzen een bomvrije arsenaal- kazerne gebouwd en aan de overzijde van de Westerschelde verrees tussen 1834-1839 Fort Ellewoutsdijk. Dit fort was een duidelijke poging om de scheepvaart over de Westerschelde te aandrong om Zeeuws-Vlaanderen - en vooral het Land van Hulst - op te geven, zal het gevoel van verbondenheid met de Nederlandse staat daar niet hebben versterkt. beheersen, maar mede ook om de haven van Vlissingen te beschermen. Hier stond al een fort, fort De Ruyter, maar dat was in verval en werd in 1867 gesloopt (aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog werd aan een nieuwe kustbatterij gewerkt, eveneens fort De Ruyter geheten, maar deze werd nimmer voltooid). Om de schande van deze verloren oorlog zoveel mogelijk uit te wissen, werden er aan Nederlandse zijde de nodige militaire ‘heldendaden’ geconstrueerd. Deze berustten vaak op niet meer dan kleine acties waarvan de werkelijke betekenis zeer betrekkelijk was. Enkele van deze zeehelden liggen in Vlissingen begraven, waaronder jonkheer Jan Evert Lewe van Aduard, die omkwam bij een slag op de Schelde, maar die naar verluidt eerder had gezegd liever om te komen, dan zijn fregat te verplaatsen. Hiervoor werd hij beloond met de militaire Willemsorde. Een andere held uit die tijd betreft matroos tweede klasse Jacob Hobein, die op 18 maart 1831 in de Belgische wateren bij Philippine de Nederlandse vlag van een gestrande sloep die in handen van de muitende Belgen dreigde te vallen, wist te redden. Hoewel hij met deze ‘heldendaad’ geen wezenlijke bijdrage heeft geleverd om het tij voor de Nederlanders te keren, werd hij hiervoor binnen een maand al beloond met de militaire Willemsorde. Ook zijn praalgraf is nog altijd te bezoeken in Vlissingen, waar hij in 1888 op 78-jarige leeftijd stierf.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2022 | | pagina 10