.11
UITGELICHT
UITGELICHT
ij ff
Boekweitstro foto’s A.de K.
Boekweitzaden.
Boekweitplant in bloei
ZEEUWS ERFGOED
nr. 1 2022
30
In Bulletin Schrijft A.M.J. de Kraker het artikel ‘Boekweit:
een verdwenen gewas (opnieuw bekeken)’.
Herkomst
Volgens de overlevering zou Jonkheer Joos van Ghistelle,
schout van Axel en Hulsterambacht, het boekweitzaad in de
jaren tachtig van de vijftiende eeuw hebben meegebracht uit
Klein-Azië. Omdat de uitvoer van dit zaad streng verboden
was verstopte hij het tussen de bladzijden van zijn gebeden
boek. De geestelijkheid hier had bezwaar tegen de verbouw
van boekweit omdat het van heidense oorsprong was, en dus
zaaide jonkheer Joos het - als eerste in de streek - op zijn
landgoed bij Zuiddorpe. Een mooi verhaal, maar de verbouw
van boekweit werd in Brabant al in de tweede helft van de
veertiende eeuw vermeld, lang vóór Joos van Ghistele zijn
tocht naar Palestina ondernam.
Verbouw
Boekweit groeit het beste op zanderige grond. Het wordt als
cultuurgewas geteeld om de meelrijke zaden. Het zaad wordt
eind mei of begin juni gezaaid. Vroeger kan niet, want één
nachtvorstje kan al fataal zijn. Boekweit groeit snel en dicht
op elkaar, zodat onkruid weinig kans krijgt. De plant heeft veel
zon en warmte nodig, en zeker tijdens de bloei is goed weer
een vereiste voor de vele insecten die op bezoek komen. De
plant krijgt witte bloemen en roodachtige stengels en kan wel
een hoogte bereiken van anderhalve meter. Boekweitzaad
rijpt snel, in september kan er al geoogst worden.
Een hectare boekweit levert ongeveer 1500 tot 2000 kilo
In De Spuije staat het artikel ‘Busje komt zo Het begin
van een nieuw tijdperk in het openbaar vervoer op de
Bevelanden’ van G.J. Lepoeter.
Van oudsher waren er door paarden getrokken vervoer
middelen - grote en kleine rijtuigen, postkoetsen,
omnibussen en in de winter arrensleden - waarmee men
zich verplaatste. In 1868 werd een spoorverbinding in gebruik
genomen vanaf het vasteland tot Goes, een paar jaar later
uitgebreid tot Middelburg en Vlissingen. Zuid-Beveland en
Walcheren waren vanaf die tijd geen echte eilanden meer.
Het duurde nog wel een tijdje eer er een goede verbinding
kwam tussen de dorpen en het centrum Goes, en zeker
tussen de dorpen onderling. Het begon met de opkomst van
de automobiel in de laatste decennia van de negentiende
eeuw. Naast de ontwikkeling van de personenauto werd al
gauw de mogelijkheid van een autobus gezien: de eerste
boden plaats aan maximaal 20 personen. In 1898 kwam
tussen Beilen en Emmen de eerste geregelde busdienst in
Nederland tot stand. De verspreiding van de autobus ging
snel, onder andere doordat in de Verenigde Staten Henry
Ford grote aantallen van het model T-Ford produceerde.
Het ontstaan van het lopende bandwerk en de druk van de
Eerste Wereldoorlog maakten het mogelijk dat na 1918 bijna
overal in het land busdiensten verschenen.
zaad op, dat verwerkt wordt tot boekweitmeel. Voor brood is
het niet geschikt, men bakte er platte koeken van of pap.
Vroeger werden er ook boekweitgrutten van gemaakt, een
smakelijk gerecht, en een soort poffertjes, kneudels of
knuddels genoemd. Vooral bij de lagere volksklasse en de
plattelandsbevolking was boekweit geliefd, maar ondanks de
voordelen verdween de boekweit toch langzaam maar zeker,
vooral door de opkomst van de aardappel en de wijde
verbreiding daarvan. Ook mislukten veel oogsten door de
slechte weersomstandigheden.
In Zeeland was de eerste autobusdienst op de Bevelanden
die van J.C. Krijger in Goes. Januari 1914 begon deze Goese
garagehouder een geregelde dienst tussen Goes en het
Wolphaartsdijkseveer, na het beëindigen van de omnibus
dienst van L.G. Overbeeke op dit traject. De omnibus en een
aantal paarden van Overbeeke werden openbaar verkocht.
In maart 1920 startte Krijger ook een dienst tussen Goes en
het Katseveer, aansluitend op de veerboot naar Zierikzee. In
de jaren twintig kregen vrijwel alle dorpen op Zuid-Beveland
een geregelde busdienst. Op Noord-Beveland duurde het
tot 1927 voordat goede verbindingen over het hele eiland
tot stand kwamen.
Zuiddorpe houdt de herinnering aan de boekweit levend
door de jaarlijkse ‘Boekweitfeesten’, ter ere van jonkheer
Joos van Ghistelle. In 1816 heeft de toenmalige zelfstandige
gemeente Zuiddorpe van hogerhand toestemming gekregen
drie boekweitbloemen in het wapen te voeren.
Autobussen geparkeerd op de Grote Markt. Geheel rechts, bij het begin
van de Lange Kerkstraat, de rode bus met kenteken K-4250 van N.
Kroak Steemann, 1924 collectie Gemeentearchief Goes.