Opruien van de menigte
Voordelen en privileges
Peter van Druenen
ZEEUWS ERFGOED
nr. 1 2022
7
Berichten over deze plannen bereikten aL snel
de stad en de kringen rond Willem van Oranje.
Wanneer Alva zou slagen in zijn opzet was dat
een belangrijke tegenslag voor de ontluikende
Nederlandse Opstand. Vanuit Vlissingen kon de
Schelde worden beheerst en daarmee een flink
deel van het Brabantse en Vlaamse achterland.
Er was dus geen tijd te verliezen en in allerhaast
werd er een plan gemaakt. Onderdeel van dat plan
was de komst van een van de volgelingen van
Willem van Oranje naar Vlissingen: Johan van Kuyk,
heer van Erpt. Het is zeker dat hij al op 2 april in
de stad was, waarschijnlijk zelfs eerder.
Van Kuyk had op de dag van de opstand zelf een
belangrijke rol in het opruien van de menigte die
zich op paasochtend voor het stadhuis van
Vlissingen had gevormd om het vertrek van een
groep Spaanse kwartiermakers te eisen. Ook de
priester van Vlissingen kreeg een rol toebedeeld.
Hij leidde die ochtend de paasdienst in de Onze
Lieve Vrouwekerk - de huidige Sint Jacobskerk -
en hield een vlammende anti-Spaanse toespraak.
De rooms-katholieke gemeenschap van de stad
maakte nog steeds de meerderheid uit van de
bevolking en behoorde tot de meer welvarende
klasse. Het was daarom belangrijk om hen bij
de opstand te betrekken. Beide groepen smolten
in de loop van de ochtend samen en togen,
schouder aan schouder, onder leiding van
Van Kuyk en waarschijnlijk ook de priester naar de
zeedijk, waar de Spaanse vloot was gearriveerd.
De rest van het verhaal is overbekend: Van Kuyk
loofde een beloning uit voor degene die een schot
durfde te lossen op een van de schepen, waarna
de Spaanse bevelhebber dacht dat er een groot
scheepse aanval op punt van beginnen stond en
een onderhandelaar naar de dijk liet zwemmen.
De uitkomst was dat de Spanjaarden beloofden
te vertrekken, waarna de menigte in een
overwinningsroes terugkeerde naar het stadhuis
en daar een toespraak aanhoorde van de stad
houder van Zeeland, Anthonie van Bourgondië.
Deze hield zijn gehoor voor dat er nog niets
verloren was voor Vlissingen, dat iedereen naar
huis moest gaan en niemand hoefde te vrezen
voor represailles. De menigte liet zich echter niet
ompraten en werd steeds luidruchtiger. De
stadhouder besloot daarop onmiddellijk de stad
te verlaten en de kwartiermakers volgden hem.
De overwinning van de Vlissingers was daarmee
compleet: de vijandelijke schepen waren
onschadelijk gemaakt en het Spaanse gezag
gevlucht. Diezelfde middag nog trad het nieuwe
stadsbestuur aan. De bestaande leden konden in
meerderheid blijven zitten, maar dan wel onder
Willem van Oranje hield het niet bij alleen de
lovende woorden in zijn brief van 7 mei 1572. Hij
beloonde de stad twee jaar later met een nieuwe
haven op de plaats waar Alva zijn citadel had
gepland, gebiedsuitbreiding op Walcheren,
belastingvoordelen en tal van hernieuwde maar
ook nieuwe privileges. De stad was naar zijn
mening - ook twee jaar na dato - onbetwist de
eerste stad die afrekende met de troepen van Alva.
En daarin had hij gelijk.
toezicht van een comité van hoplieden, waarin vier
vooraanstaande Vlissingers zitting hadden. Zij
stonden klaar om de regie in handen te nemen,
hetgeen kan worden gezien als een van de meest
duidelijke aanwijzingen dat er sprake was van een
van te voren uitgewerkt en doorgesproken plan
voor de Vlissingse Opstand.
Literatuur
- Bor, P, Oorsprongh, begin en vervolgh der Nederlandsche
oorlogen. Amsterdam, 1621.
- Boxhorn, M.Z., Chronijcke van Zeeland. Middelburg, 1644,
2 delen.
- Brugmans, P.A., ‘Briel en Vlissingen (Bijdragen ter teregtwijzing
van eenen anderen Historieschrijver omtrent de voorvallen, in
1572, tijdens de overgang van den) door mr. RA. Brugmans, 66,
84 en 98, vervolg hierop door den hr. G. van Enst Koning 112’ in:
Algemeene konst- en letterbode voor het jaar 1840. Haarlem,
1840.
- Dommisse, P.K., ‘De ambachtsheerlijkheid van Oud Vlissingen
en de wording van Nieuw Vlissingen'. In: Archief Zeeland 1910.
Middelburg, 1910.
- Druenen, RG. van, Vissers, Kapers, Arbeiders. Vlissingen 700 jaar
stadsrechten. Vlissingen, 2015, p. 240-297.
- Guicciardini, M.L., Beschrijvinge van alle de Nederlanden
(vertaling door Cornelium Kilianum). Amsterdam, 1612,
oorspronkelijk, 1567.
- Nagtglas, F., Levensberichten van Zeeuwen. Middelburg, 1890,
4 delen.
- Raed, I. van, Cort begriip der Institutie, of onderwijsinghe der
christelicker religie, beschreven van Joanne Calvino, waer in, op
de teghen-werpingen der tegenpartien verantwoordinghen
ghestelt worden. Door Guilielmum Launeum Ende nu
ghetrouwelick uut het Latijn, in onse sprake overghestelt en
wyder verclaert. Amsterdam, 1611.
- Swalue, E.B., De daden der Zeeuwen gedurende den opstand
tegen Spanje. Amsterdam, 1846.
- Vrolikhert, G., Vlissingsche Kerkhemel, ofte Levensbeschryving
van alle de hervormde Leeraren, die sedert den Afval van Spanjen
1572, tot op dezen tyd, in de Nederduytsche Kerke van Vlissingen
gearbeydt hebben, waar by komen de lysten van alle de
Engelsche en Walsche Leeraren dier stad; als ook der genen, die
in alle de Zeeuwsche steden, en te Dordregt, in de Latynsche tale
onderwezen hebben. Vlissingen, 1758.
- Water, JW. te, Tweede eeuw-feest van de vryheid in den
burgerstaat en godsdienst binnen de stad Vlissingen sedert den
zesden van grasmaand MDLXXII, in eene openbaare reden-
voeringe gevied den zesden van grasmaand MDCCLXXII, met
eenige aanteekeningen en oorspronglyke stukken, betreffende
de geschiedenissen van Nederland. Middelburg, 1772.
Bronnen
- British Library, shelfmark: Cotton ms Augustus I ii 105. Plan of
the town of Flushing, drawn by Robert Adams, 1588.
- Zeeuws Archief, archief Vlissingen, toegang 400, hand
schriftenverzameling II. Brief van Willem van Oranje aan het
bestuur en de burgers van Vlissingen, 7 mei 1572.