(43 worden, heuermann (w) zegt een lyder gezien te hebbendie door al te fterke pur geermiddelen niet alleen in razernye verviel, maar by welken zelfs het waterige vogt door bloed geheel rood geverwd wierd, 't welke van langzamerhand verdunde en door de aderen wederom opgeflurpt wierdt zoo dat het zelve na verloop van vier weeken zyne voorjge doorfchynendheid v/eeder ver kreeg; een diergelyk voorbeeld vind men noch door heister (x) aangeteekend. Na de operatie van de cataract ziet men zomtyds, wanneer men eenige vaatjes gekwetst heeft de voorfte holligheid van 'c oog met bloed vervuld,'t geen na verloop van eenigentyd verdwynt. Hoe zoude dit nu kunnen ge- fchieden, zoo 'er geen opflorpende vaten al daar tegenwoordig waaren XIX. Het glasagtige vogt (humor vitreus) is dat gladde, zagte, veerkragtigeen ge heel doorfchynende vogt, 't welke het ag- terfte en grootfte gedeelte van den oogbol vervuld. Het wordt het glasagtige genaamd om de overeenkomst met gefmolte glas ten opzigte van deszelfs doorfchynendheid. Dit vlies wordt van agteren en ter zyde tot de hairige voortbrengzels toe door het netvlies omvangenaan deszelfs agterfle en zydely- ke '*(w) Phyfiolog, Iter Theil 745. O0 De Cat har. pag. 310.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 101