52 ben door hunne navorfchingen bevonden^ dat deze vezelen in het middenfte ged' el e regt voortloopenen op de zyden zig om buigen en zig met den anderen vereenigen ja leeuwenhoek (b) heeft derzelver getal op twee duyzend bepaald; morgagne (c) heeft een klein vJiesje in 't zelve gevonden pembürton (d) gaat nog verder, en wil zelfs, dat deze vezelen fpieragtig zyndoch in hoe verre dit alles plaats heeft valt moeie- lyk te beflisfen; edoch dit is zeker, dat het kriftallyn, in zyn geheel genoomenuit vas te en vloeibaare deelen beftaatals mede dat de vaste uit vezelen zyn zaamgefteld en fchoon zy in den mensch niet gemakke- lyk ontdekt worden, getuigt echter heuer- mann (e)dat hy dezelve verfcheide maa ien in eenige kriftallynenwelke in waater gekookt waarenwaargenoomen heeft. Het kriftallyn verkrygt deszelfs voeding van va ten en wei voornamelyk door de arteria centralis van den Heer albinus (f), welke met de gezichtzenuw in den oogbol inkomt, en midden door het glasagtige vogt tot aan de agterfte vlakte van het kriftaliyne vlies voort- (b) Arcan. natur. detetta pag. 68. (d) Disjertat. medic, phjfic. de facilitate oculi qua fe accomO' dat17. (c) Epiflol. 17. No. 33. C e) Phyfiologie Iter theil 754. pag- 877. (I) Academ. Annotate Cap. VII. Tab. Fig. IV V.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 110