53
voortlooptalwaar zy zig in kleine takjes
verdeeld, die tot in het krijftallyn doordrin
gen. Het kriftallyn blyft zonder kou leur en
geheel doorlchynende tot het twintigfte jaar,
maar naar mate de jaaren toeneemen
neemt het een kouleur aanpetit (g) heeft
waargenoomendat het omtrent het der-
tigfte jaar geelagtig wordt, welke geele kon-
leur toeneemt tot de 70 of 80 jaarenzoo
dat het emdelyk een geele barnfteene kou-
leur verkrvgt, welke van 't middenpunt tot
den omtrek zig verfpreidt. Even gelyk de
kouleur verfchild naar den ouderdom zoo
verfchild ook deszelfs hardheidhet kriftal
lyn wordt zagt gevonden tot het 25lte jaar,
doch neemt dan langzamerhand in de hard-
I heid toe tot het 6oiU- jaar, wanneer het op
zyn hardfte gevonden wordt; en dewyl al
le de deelen onzes ligchaams in den ouder-
I dom vaster in eikanderen gedrongen wor
den, zoo volgt hier uit ook,dat het kriftal-
Ilyn minder bol wordt, en dus platter, waar
om men met de jaaren genoodzaakt is zyn
toevlugt te neemen tot brillen, welker glaa-
zen min of meer bol zyn moeten naar de
platheid van 't kriftallyn, om dus de fchaa-
de van "het zien te vergoeden. Deze en an-
fdere oorzaaken brengen een verduiftering
D 3 in
I (g) Memoires de VAcad. Roy. des Jciences de l'Annéé 1726,
fag. 81. 1730, pas, 18.