57 zins kromom het hoornvlies op te ligten. 5) Een andere, kleine, puntige, en aan beide zyden fnydende naald, om't vlies dat het kriftallyn van voren bedekt, te ope nen. 6). Een klein goudzilver of ftaal le peltje om zomtyds de uitgang van het kri ftallyn te bevorderen, of de (lukken van dit ligchaam weg te neemenwanneerze in de opening van den oogappel te rug geblee- ven zyn, 7). Een klein tangetje,waar me de hy de gcdeeltens van 't vliesdie mog- ten overig blyven, weg neemt (n). Ka dat daviel de lyder geplaatst had, {ielde hy een helper agter denzelven die het bovenlle ooglid opligtede, terwyl hy met de voorde vingers van zyn linkerhand het onderfle neerwaarts hieldt, en nam met de regterhand de naald No. 1, deze ftak hy in het onderfte gedeelte van het hoorn vlies digt by het. harde oogvlies tot in de voorfte kamer van 't oogvermydende van den regenboog te kwetzen en bragt de zelve tot op de hoogte van den oogappel» waar na hy ze te rug haalde. Hierop nam hy de (lompe naald No. 2. waar mede hy de reeds begonne infnyding regts en links vergrootededezelve zoodanig rigtende D 5 dat (n) Memoir, de Ac ad. Roy. de Chirurg, Tom. 5. 'pag. 382 383. Derzei ver afbeelding vindt men op de 19de plaat van het zelfde werk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 115