C 74 dat in alle deelen overeenkomftig is aande belchryving, die hy 'er voorheenen van ge- geeve.n had, en waar uit klaar blykt, dat deze fbefchryving zoo duifter niet is als la faye wil; en voor een oogenblik gefteldt, la fa ye kon de ééns uit de belchryving van dit inftrument deszelfs figuur niet opmaa- ken, -de manier van opereeren echter, die hy in. 't zelve opgeeft, geeft aanleiding ge noeg tot de uitvinding van een mesje, waar op la faye mogelyk anders nooit zoude ge- dagt hebben. Ik wil hier uit niet beflu>ten, als of la faye zyne methode naar die van palllcci zoude gevormd hebben,men ziet immers dikwerf twee groote mannenby- kans op den zelfden tydbyna een 't zelve ten nutte voor het menschdom uitdenkenten bewyze hier van verftrekken de uitvindin gen van den zelfden la faye en die van scharp ter verbeetering van de methode van da viel welke byna op denzelfden tyd wee- reldkundig wierden (i) Degelykheidder uit- gedagte inftrument en van de Heeren la faye en pallucci, fchoon echter in alles met el kander niet overeenkomende, heeft my mis- fchien (ft) Naamelyk in 't jaar 1753. En dus kan men met geen zeekerheid befiuiten of la faye zyne methoae ge- rigt heeft naar die van scharp gclyk de Heer hout tuin in zyne aanteekeningen op de Handleiding tot de Heelkonst van Plamer Pag. 345 lchynt te willen befluiten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 132