84) en by gevolg ook de regenboog meerder bolheid in de voorde kamer van het oog verkrygt; zooblykt klaar, dat deze geringe drukking, voordat men de infnyding van het hoornvlies voleindigd heeft, reeds fchade- lyk isom dat men dan eerder gevaar loopt van den regenboog in het inbrengen van het mesje te kwetzenuit hoofde dat dezelve als dan meerder bolheid heeft als natuurlyk is. Deze drukking wordt noch fchaadely- ker, zoo dra het waterige vogt begint uit te loopen 't geen volgens deze methode reeds geichiedteer dat de halfmaans-wy- ze infnyding van het hoornvlies geëindigd is. Zoo nu deze bepaaling en by gevolg ook de drukking aanhoudt, gelyk in deze ope ratie moet gefchieden om de half maanswy- ze infnyding in het hoornvlies te doen wordt het kriftallyn door het glasagtige vogt voorwaards geftuwd't welk geen tegenftand meer vindende aan het waterige vogt, 't geen reeds ontlast is, als dan met geweid uitfchiet; en indien deze drukking een weinig kerker is, zoo loopt men gevaar van het glasagtige vogt geheel en al te zien uitkomen, waar van men geene goede ge volgen kan te wagten bebben; alhoewel de ondervinding ons leerddat de ontlas ting van een gedeelte van dit vogt zelden toevallen veroorzaakt en even 200 wel als het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 142