IOO in Provenceis de uitvinder van dezelve', fchoon de figuur van de naald van palluc- ci hem hier toe geleegendheid gegeeven heeft. De mflrumenten die ter bewerkftelliging van deze methode noodzaakelyk zynzyn i) een ftompe Itaale haak om het bovenfte ooglid op te ligten. 2) Een dubbelde Er- rhine of haakje, welkers punten zeer fpits zyn en met een lang heft voorzien. 3) Een Biflouri, welkers fneede een duim lang is, zynde ligtelyk gekromd, fnydende al leen aan eene zydede breedte neemt lang zamerhand toe tot op 3 lynen, zoo dat 't zelve buikig wordt, het heeft aan d'eene zyde een vlakkeen aan d'andere zyde een plat ronde oppervlakte, en is met een heft voorzien. 4) Een tangetje met een veer, 't welke door hem valette d patin genoemd wordt, en niet ongelyk is aan dat injiru- ment't welke in de werken van ambro- sius pare afgebeeld ftaat, en door hem ge bruikt wierdt om de fiagader te vattenwan neer hy de ligatuur aan dezelve wilde ver- rigtenhet verfchild maar alleen met 't zel ve in grootte (n). De ber den Heer martin in 't openbaar in de Koninglyke ,Akadenne der Heelkunde deze ?nethode voorftellen iii een The fis de varïis cMaracïam extrahendi modis. (n) Deze infrumsnien vindt men agter de gemelde The fts afgebeeldt. A

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 158