C 104 2. Het biflouri wordt al te fchielyk bui kig en hier door wordt de tegenftand in in het doorfnyden van het hoornvlies ver meerderd en de infnyding niet alleen moeie? lyk ten einde gebragt, maar ook om dezen tegenftand te overwinnen brengt men on gevoelig eenige drukking op den oogbol te weeg, die ik meermaalen gezegtheb fchaa- delyk te zyn. 3. Het tangetjeof valette d patin ge-. fchikt om de lap van het hoornvlies op te üg" meesteren in deze Stad onder eikanderen tot algemeen gebruik hebben opgerigt, en alhier op het Theatrum ■Anatomicum bewaard wordt, vindt men twee tangetjes, één met een veer, en een ander zonder veer, welke tot het zelfde gebruik gefchikt zyn en waar mede men het bindvlies veel gemakkelyker vatten kan. Door de ondervinding echter heeft men bevonden, dat het bind vlies, van een zeer los weefzel zynde, dlkwils uit- fcheurdja dat men ten einde het oog zeeker te bepaa- len, genoodzaakt is van met de fcherpe puntjes van deze tangetjesals mede van de errhine van berenger, het harde oogvlies zelve te vatten. Ik hebwel is waar, verfcheide maaien gezien, dat hier op niet de geringfte toevallen volgden, maar ook in tegendeel heb ik geziendat het heevige ontfteekingen tpn gevolge hadde, die men niet anders ais aan het gebruik van de ze infyrumenten konde toefchryven. En in der daad door het vatten van het harde oogvlies met deze haakjes of tangetjes heeft men dezelve toevallen te verwagten als met de fteeking van de naald in de neerdrukking van de ftaar, men kwetst hier niet alleen het bindvlies, het aponenrotifch uitbreidzel van de regte fpieren van 'toog en het harde oogvliesmaar zelfs kunnen deze haakjes tot in het vatagtige vlies en netvlies doordringenen gqmtyds eenige vezeltjes van de nervi citiares k wet zen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 162