C 109
reeds befchreevene naald veel overeenkomst
heeft. Hy begreep gemakkelyker en vei
liger te zullen opereer en, wanneer hy aan de
buikige fneede van zyn eerfte inftrument
meerder afftand van de naald gaf, en het
zelve geheel en al van de naald onder*-
fcheidde, en in een fcheede verbergdeten
dien einde dagthyeen inftrument uit, 't wel
ke uit 3 hukken zaamgeïleld is, namentlyk
uit een heftnaald en lemmet (s). De
naald is niet rond maar volmaakt plat, om
dat zy vooreerst zeer fcherp aan beide zy-
den als ook aan de punt fnyden zoude, ten
anderendat zy gemakkelyk zoude kunnen
omgedraaid wordende geheele lengte van
deszelfs hals is met een zeer gladde groef
uitgeholdin welke het lemmet onder de
operatie uitloopt. Het heft beftaat uit een
zilver kokertjewaar in van binnen noch
een kleinder gevoegd is, gefchikt om de
(laaf van het lemmet te bevatten het heft
heeft aan dat gedeelte't welke de naald
met het heft vereenigd, een diepe fpleet,
waar uit twee vlaktens of zilvere plaatjes
van dezelve figuur als het lemmet te voor-
fchyn komentusfchen welke plaatjes de
fneede van het lemmet verborgen zit. Het
lemmet heeft geen meerder dikte dan een
ge-
Cs) Difcriptio novi infirutnenft pro cur a cataraftx. Vide Ta?
inJ' 3, 4, 5, 6 7.