C 129 in eenig vogt legt, wonderbaarlyk vermin derd. Volgens 't getuigenis van morasch (c), was het kristallyn ineenmensch, weike men vier jaaren te vooren de daar gedepri meerd hadgeheel en al verdweenen. Niet lang geleeden had een Heelmeester van myn kennis een byzonder gevalhy de operatie van de daar aan een vrouw willende ver- rigten, was genoodzaakt in 't midden van zyn werk de operatie te daakendoordien het hem onmogelyk was de infnyding van het hoornvlies te kunnen voleinden uit hoof de van de duiptrekkende beweegingenwaar in 'toog zig bevond. Hy wanhoopte van ooit de operatie op haar oog te zullen verrig- ten, en de lyderesfe was troosteloos om uit het zelve ooit het daglicht te kunnen aan schouwen. Doch wat gebeurde 'er; eeni- gen tyddaarna befpeurde de lyderesfe eenig fcheemerend licht, 't welke van tyd tot tyd helderder wierdtde duisterheid in den oog appel klaarde op, en zy onderfcheiddeein- delyk de voorwerpen. Ik heb deze vrouw in 't voorleeden jaar het fynde fchrift door behulo van een bollen bril zien leezen. Het is te vermoeden, dat door de prikkeling, die 'er op 't oog gefchied is, toen men de operatie wilde te werk (lellenhet verduis- I ter- CO Epkemerid. NaturCuriofor. Cent. X, Obferv, 55. Pag. 350.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 185