*33 het lidteeken d en doorgang der licht- raaien niet zoude kunnen beletten, omdat sn gedeelte van den bovenften halven mid- snlyn van het hoornvlies byna altoos door et bovenfte ooglid bedekt blyft, en 'er meer- er lichtftraalen van onderen als van boven 1 'toog vallen; edoch zoo men agt geeve pde meerdere beweeglykheid van het bo- mfte ooglid, ziet men zeer klaar, dat de ereeniging der lippen van de gemaakte onde in 't hoornvlies niet gemakkelyk zou- 2 gefchieden. LXXI. Omtrent de behandeling van 't ag na de operatie heb ik 't volgende aan te merken. Dat men aanftonds een fpaanfche vliegpleister in den nek laat aanleggen, en Jen zei ven ten minften agt daagen open hou de. Dat men den lyder geduurig openiyf laathouden* en hem een goeden leevensree- grl voorfchryve, om zoo veel mogelyk is de ftoftendie naar het oog mogten gevoerd wordenaf te leiden. Dat men de ooglee- den zuiver houde door ze af te wasfchen met een fvn fponsje, om dus geene gelee- genheid tot nieuwe prikkeling te gee ven door de fcherpte van de aldaar ftilftaande offe. Dat men maar alleen een ligt en een- oudig verband aanleggebeftaande enkel it twee drukdoekjes van zeer fyn linnen, n daar overheen een longuette om dezelve I 3 te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 189