139 leenen zal) in het begin deezer Eeuw de meefte deezer groevende mengfels van me talen en zouten naauwkeurig belchreeven en de waare oorzaken dier verfchynfelen duydelyk aangetoondt heeft. Hy brengt dezelve alle onder drie Hoofd - deelenwaarvan het eerfle beftaat uit de zulke, wier zelfftandigheideen enkel zuy ver en lteevig metaal is. Het tweede Hoofddeel handelt van die, welke toebereidt worden uit het een of an der metaal, en een zout of zuur, dat in {laat zy om het zelve op te losfen of te doen fmel- ten, (zoo als het keuken zout in water ge- fmolten of opgelost word), beftaande als dan het boomtje ook Weezentlyk uit vereenigde deeltjes van een diergelyk zuur of zout, en van het een of ander metaal 't geen daarin was opgelost. Het derde Hoofddeel behelst alle d'ove- rige door konst te weeg gebragte Plantswy- ze groeyinge en boomtjesdie uit niets me- taalagtigs beftaan, maar eenvoudig uit zout aard- en olyagtige ftoffen worden toebereidt. Alle de voortbrengfelen van het eerile Hoofddeel worden door een fterk vuur en droog vervaardigt, dat is te zeggen,, zon der eenige waateragtige vogtigheid, of (om voor geen fcheikundigen duydelyker te fpreeken) zonder het behulp van eenige an-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 197