i44 aamtjes of boomtjes gebragt worden zoo als wy dezelve reeds hier boven op d'op- pervlakte van het fraaye buygzaame over- gebleevene goud of zilver klompje zittende belchreeven hebben. Dat nu de dus uitwaasfemende quikdeelt- jes in der daad kleine goud of zilver deelt jes met zig tragcen weg te voerenblykt al- derduydelykst, als men terwyl het mengiel nog vol van quik, en week is het vuur wat te fterk aanzetwant als dan ryzen uit het mengfelbehalven de gemelde waasfem- agtige ftraaltjeszigtbaardere deeltjes op, die, tegen het verwelfzel van den kromhals aan- lluykende, zig aldaar vast hegten, enreede- lyk groote en zigtbaare goud of zilver kleu rige vlakjes veroorzaken. Op dezelve wyze en door dezelve oor zaken kan men zii verboomtjes doen groey- en, door middel van zuivere fwavel, eerst voorzigtiglyk onder gefmolten zilver ge- mengt en naaderhand ook zeer langzaam weederom daar uit gedreeven, gelyk zulks zeer naauwkeurig en wydloopig door den Heer homberg wordt befchreevenen van deeze zegt de gemelde Heer, dat zy hem toe- fchynen volmaakt over een te komen met die z lvere Takjes, dewelke de natuur ons zoo mer.igmaalen vertoont in de groote zil- vermynen van Mexico en Noorwegen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 202