C149 een Icherpe fcheutirigvorm gegeeven wordt door de deeltjes van het fcherpe falpeter- zuur, uit het fterk water afkomftig, en deeze zuurdeeltjes alleen zyn dus vervol gens ook de oorzaak van al het takagtige, dat'er in den verderen groei deezer hoornt jes wordt waargenomen. Dus hebben deeze voortbrengfels weder om geen andere overeenkomst met egte plantgewasfen, dan die der uitwendige ge daante, zynde hunnen groei in tegendeel ge- lykvormig aan dien van allerley e zouten. Dat nu in der daad in deeze onze voor- geftelde kunstgreep het brokje zilver en quikdeeg de daar op te voorfchyn komen de boomtjes uit zyne zelfftandigheid niet verfchaft, kan klaarblykelyk beweezen worden, als men het gemelde brokje eerst weegt, eer men het in het bereide vogtlaat nederdaalen, en vervolgens met de daar op gegroeide heestertjes andfermaal in den weeglchaal legtzullende het zelve als dan net zoo veel zwaarder bevonden worden, als het gewigt der daar op gegroeide boomt jes is, en de proef op de fom (om zoo te fpreeken) van al het zoo evengemelde is, dat het toebereide vogt nooit meer dan eens in ftaat is, om dit verfchynfel voort te brengen, wordende het zelve van meest alle zyne zilver-quik- en zuurdeeltjes be- K. 3 rooft

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 207