152
takfchietingen deezer kunstgreep volmaakt
in haaren wezentlyken aart met die der
reeds verhandelde eerfte kunstgreep over
eenkomen.
Men neemt een once fyn zilver, dit
fmelt men in drie oneen fterk water, dan
mengt men 'er 18 of 20 oncen water onder,
en giet dit alles in een vies, net zoo groot,
dat, ais 'crook nog twee oneen zuivere quik-
zilver by in gedaan zyngemelde vies tot
aan deszelfs hals toe vol zy: dit alles ver-
ngt zyndezet men deeze vies op een ree-
delyk dikke van ftroo gedraaide hoepel, in
een ftille plaats of hoek van een kas of ka
mer, alwaar men hem onaangeroert veer
tig dagenlang ftaan laat, geduurende wel
ken tyd men langzamerhand de boomwor
ding gemeenlyk zeer fraay en grootschzal
zien gefchieden.
Veele andere meer of min zonderlinge
takfehietingen van eenig ander metaal meng-
fel, en voorts van verfcheidene zout- aard
en olyagtige ftoffen, kan men door den
Heer homberg befchreeven en uitgelegt
vinden in de Verhandelingen van de Fran-
fche Koninglyke Maatfchappy der We-
tenfehappen in Parysvan de jaaren 1692
en 1710.
KORT