I5S ever den Prediker heeft luther van die ha» telyke befchuldiging vrygefproken. Alle die twyfïelingen over de egtheid van het Boek den Prediker zyn geboren uit ze kere plaatfen, welke fchynen niet te konnen voortkomen uit de pen van eenen door Gods Geest gedreven fchryver. Men kan niet ontkennen, dat,wanneer men het oog flaat op eenige plaatfen van den Predikeren de- Zelve in het afgetrokken overweegt, men gelooven zoude een Sadduceer of een Ma terialist van onze dagen te hooren prediken de vernieling van den geheelen Mensch by zynen dooden de wellustige grondregels van het Epicuremmuswelke 'er een natuur- lyk gevolg van zyn Eene leere, te zeer overeenftemmencje met de wysbegeertevan deze Eeuw, dat zy daar uit haare belan- gens niet zoude zoeken voor te liaan. Ook heeft justifiéluther de cette imputation odieufe. Tous ces doutes fur l'authcnticité du livre de i'Ec- clefiaste font nés de certains pasfages qui femblent ne pouvoir etre forties de la plume d'un ecrivain infpiré. On ne fauroit nier qu'en jettant les jeux fur certains 'endroits de PEccleJiasteet les confiderant a part, on croiroit entendre un Saducéen ou un Materialiste de nos jours,prechant 1 aneantisfement de l'homme entier a la mort du corps,les voluptueufes maximes de fEpicw léisme^qui en font une confequence naturelle. Dodtri- netrop conforme a la Philofophie de ce fiecle pourqu' elle ne cherchat pas a en tirer parti. Ausfi a t'on vu pa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 216