T68 gens den Heer des voeux, ten zy men dezelve haaren famenhang beneme, zoo \rel met het geen voorgaat, als met het geen volgt, ten zy men haar eenen alge- meenen of volftrekten zin geve, hoe zeer dezelve ook gematigd zy door den fa menhang of het oogmerk van den Schry- ver, of ten zy men dezelve kwalyk be* grype of kwalyk vertaale. Ingevolge van deze laafte gedagte heeft hy eene o her ziening gemaakt van alle die plaatfen, wel ke dien aanftoot geven, en door deze ver anderingen heeft hy dezelve in eenegantsch verfchiliende beteekenis doen voorkomen. ha dit alles hetfft hy een kort bedek van de,gantfche redenering gemaakt, welke hy totdrie algemeene voordellen brengt, met hunne bewyzen en korte dellingen. Een ontledende fchets, die zeer verward is, door wel* Mr. ces voeux, que quand on les détachede leur con nexion avec ce qui les precede,St ce qui les fuit, que quand on leur donne un fens univerfsl ik abfoluquoi ?u'il foit modifie' par le contexte ou par le desfein de auteur, ou que quand ils font mal entendus et mal traduits. En conféquence de cette derniere idééil re touche tous ces paslages qui caufent le fcandalepar ces corrections il leur fait exprimer un fens tout diffe rent. Apres cela il fait une analyfe du discours en tier, qu'il rediüt a trois propofitions générales avec ieurs preuves et leurs corollaires, Analyfe fort com-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 226