i8i het ander ge [lachte komtmaar de aarde flaat in der eeuwigheid. Ook ryst de Zonne op, en de Zonne gaat onderen zy hygt naar haa- re plaatje, daar zy oprees. Zy gaat naar het Zuiden, en zy gaat om naar het Noor den: de wind gaat J,leeds omgaande, en de wind keert weder tot zyne ommegangen. Alle de beeken gaan in de zeenochtans wordt de zee niet vol: naar de plaatje daar de beeken henen gaan, derwaarts gaande keer en zy we der. Zie daar de wezentlyke orde der zaa- kenwelke volkomen beantwoorden aan het oogmerk waar toe zy gefchikt zyn deze fchikking heeft plaats gehad van dat pogenblik af, dat de natuur uit haar eerfte Niet is opgetrokkenen zal zoo lang ftand houden als zy zelve, (p) Het geen dater, ge* (p) Cap. I. 9. ''autre génération vientmaïs la terre demeu*e toujour: ferme. Le foleil ausf Je léve et lefoleil fe couche et il foupire dS après le ieu a,ou il fe léve. Le vent va vers le midi et tournoie vers Aquilonil va tournoiant pa et ld retourne après fes cir- uits. Tous les fleuves vont en la mer et la mer n'en est point •emptier les fleuves retournent au lieu d,ou ils etoient partis our revenirvoila un ordre réel des chofes qui repon- ient au but atiquel elles font deftine'eseet ordre e'x- fte ainfi depuis que la nature a éte' tirée du neant, et sxiftera autant qu'elle, (p) ce qui a été Jera et ce qui a M 3 été (p) Cbap. I, 9.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 239