193
voortvloejendog welker enkele uitfpraak
byna genoeg isom daar van de ongerymd-
heid aan te toonenen by gevolg ook die
der onderftelling, waarop die gevolgen ge
bouwd zyn,en, by een verder dog niet min
zeker gevolg, der waarheid van het ftrydi-
ge voordel.
Het eerjle gevolg isdat het eenige
waarachtige goed, 't geen God voor den
mensch gefchapen heeft, het eenige we-
zentlyke voordeelwaarvan hy genot heeft
zoo lang hyis, zyn hoogde goed met één
woord,waar aan hy alle de overige moet
onderfchikken,is, (e) te eten, entedrin-
ken en zïg te vervrolyken". Dit is het
ïatuurlyk gevolg, 't geen uit de ydelheid
voortvloeitwelke de Prediker in alle ande
re
(e) Cap. II. 24.
uffit presque pour endemontrer l'abfurdité parcon-
'equent cclle de la luppofition fur laquelle ces confe
rences font fonde'es, par unc confequence plus
doingne'e mais non moins ccrtaine la verite' de la pro-
>ofition oppofée.
Premiere Confequence. C'est: que le feul bien vcrita-
ble que Dieu ait fait pour lhomme, le feul avantage
ree'l dont il peut jouir pendant fon cxiftenccfon fou-
verein bien en un mot auquel il doit fubordonner
j, tOUS les au tres, c'est (e) ae manger et de boire et de Je re~
wuir f c'est la confe'qqcnce naturelle qui decoule de la
miité que PEcclefiafle a obfervées dans tous les autres
N fei
te) Chap, n.