VII. On:
214
digen aan hoog verraad en heimelyke po-
v glngen om meefter van den Throon te
wordenby plechtigen eede ter dood
veroordeelten door benaja laat om-
brengen't geene onmiddelyk gevolgd
wordt van abjathars afzettinge van het
Hoogepriesterfchap en verbanninge naar
zyne Landgoederen, en van joabs om-
brenginge in deTentederzamenkomfte."
VI. Wanneer men dit verhaal uitwendig
befchouwtfchynt het gantsch geen voor-i
deelig gevoelen in te boezemen wegens sa
lomo's handelwyze en beftaan, zelfs inden
aanvang eener Regeeringe daar d&- H,
Schryver9 anders zo hoog en breed van op
geven, ten aanzien harer loffelyke hoeda
nigheden, alswysheid, deugd, rechtvaar
digheid, goedertierenheid, en onberispely-
ke ftaatkunde. Ja men zoude wel haast
dien Vorst mogen aanzien als een proefftuk
van de uiterite wreedheid en onmenfchelyh
held, bedekt onder 't masker van verhand,
en van y vér voor de handhavinge der wetten
en ftaavinge der Roninglyke Majefleit; al
les onder den fchoonen mom van Gods
vrucht en waakzaamheid voor de eere van
het Opperwezendoor wiens Voorzienig
heid hy kwansWys op den Throon verhe
ven ware, en 'er zich daarom op moest
doen gelden.