217 zich voor den Koning salomo en salomo zeïde tot hemga henen naar uw huis IX. Daar dit alles dus verre van weder- zyden ter goeder trouw fchvnt toe te gaan, zoude men voorts kunnen vraagenwelke eigentlyk adonia's misdaad zy? Deze (zo 't fchynt) dat hy verliefd is op de fchoone abisag, eene liefde, gelyk het voorkomt, noch met zyne jaar en, noch met zyn rang ftrydendeen teflens eerlyk genoeg ingerichtomtrent een voorwerp, daar de misdaad van overfpeloibloedfchande geene plaats konde hebbenwyl david nimmer eenige ligchaamsgemeenfchap met haar geoeffend haddeen tot geen ander oog- merkgevestigd, dan om een wettig huwlyk met haar aan te gaan W aar by men noch kan opmerken, dat adonia, om dit wit te bereiken, geen flap fchynt te willen doen buitenzynen Koning, wiens koninglyke en zeer genadige bewilliginge hy poogt te ver- krygen langs den weg van een allereerble- digst verzoek, niet durvende (ten teken van diep ontzag) zulks in perioon afleggen, maar batseba, salomo's eigene moeder, tot voorlprake aanzoekende, onder betui- ginge van zyne volflagene onderwerpinge aan de beflellinge der Voorzienigheid om trent de kroonsopvolginge.—Men kan 'er zelfs by voegen, dat bathseba zelve O 5 be,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 275