236 heven, (v) En naar dit Zelve richtfnoer moe ten wy ook onze gedachten omtrent dit ge val inrichtenzonder Israels toeftandafte meeten naar de Regeerings-gronden en Staatsbelangen van andere Maatfchappyen en volkendie in de gronden van Staat en de wyze van Regeeringe van die der Israë- liten merkelyk verfchïllende zyn. XXIV. Het eerst geboorte-recht konde in dit geval der opvolginge in DAviDsplaatfe te minder gelden, om dat by de Goddelyke verklaringeby welke het koningryk aan da- vids Stamhuis werd vastgemaakt (w), van den beginne aan noch niet bleekwie van zyne Zoonen na hem regeeren zoude. In vervolg van tyd, en na den dood van sa- lomo is die erf-opvolging eerst aan de eerst geborenen verbleven toen namelyk da- vids Koninglyk huis genoegzame vastigheid verkregen hadde, om te kunnen beftaan, en deszelfs wettige en Goddelyke verhef fing tot deze waardigheid aan geene betwis- tinge meer onderworpen was. Waarom ook van dien tyd af geen gebruik meer ge maakt is van de plechtigheid der ZaPvinge, omtrent de opvolgers uit dat Stamhuis, dan in het eene geval van joas toen athalia op eene feitelyke wyze die wettige opvolginge had (v) I Chron. XXVIII. j. XXIX. 20. Cw) 2 Sam. VII. 16.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 294