240
voorgegeven?" Op deze bedenkinge zou»
de ik vee) kunnen aanmerken, tot verde-
diginge, niet van davids roepende zonde,
maar van zyn perfoon, die op zo uitmun
tende en meer dan Koninglyke wyze be
rouw daar over getoond, en blyken eener
oprechte bekeeringe gegeven heeft, dat het
wel voor altoos vruchteloos zal zyn, de
nagedachtenisfe van dien uitmuntenden
Vorst te willen fchenden, door dit bewys
zyner menfchelyke onvolmaaktheid tot
zyne oneer wederom voor den dag te haa
ien. Goed is het, dat hem zulks in tyds-
vervolg nooit door de Israëliten, oproer
makers uitgezonderd, is voor de fcheenen
geworpen: iets dat zulken thans te minder
past, die tot hun naaste oogmerk hebben,
de vryheid van denken tot een weg voor de
ongebondenheid in doen te maken: goed is het
daar beneffens, dat salomo door die on
tuchtigheid niet verwekt is, maar ftaanae
huwelyk, en dat zyn perfoon, wegens
voorgaande ongeregeldheden zyner Oude
ren, noch aan 't Hof, en by zyne broede
ren, noch by Israels Staaten en volk eenig
verwyt dien aangaande ontmoet heeft, ja
dat noch absalom, noch adonia dat voor
leden geval hebben durven tot een grond
van hunne ondernemingen leggen. Maar
ik durf daarenboven dit fchynbewys ten
voor-