253 verzekert zyn van zyn bedoelde misdaad en van het ondernomen hoogverraadder- wyze, dat hy ten eerden, zonder nader beraad of langduuriger rechtsplegingehet doodvonnis over den fchuldigen vellen kon- de ja vellen moestom niet alleen voor de kroon zeker te zyn, maar tefïens het on gekreukte recht uit te voeren, zonder ee- nigzins te mogen zien op zulke betrekkin gen, die anders zyn gemoed tot genade Bewegen konden. Laat ons de proef ne men, of hier niet alle genoegzaame gron den waren. XXXVII. Voor af echter moet ik hier aanmerken Eerjielyky dat men hier meest enkel uit toegevenheid den post van betoogen op zich neemt; 'twelk eigentlyk de plicht was van zulkendie hier pojitiveJlelliglyk, zich als befchuldigers tegen salomo opdoen. De H. Hidoriefchryver verhaalt eenvoudig het gebeurde zonder zich eigentlyk in te la ten in de beoordeelinge van deszelfe waar de. Hy Helt ons Hechts deze koninglyke Rechtspleging voor oogen, zo als ze ge houden is. Tot dus verre nu iaat hy aan Zynen lezeren het oordeel wel vry; echter zo, dat iemand, eenige onbillykheid en •onrechtvaardigheid daar in vermeenende te zien, en achtende rede te hebben om dit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 311