209 hy toch in hunne handen was, en wel ge* noodzaakt, zich naar hun wil te voegen. On- dertusfchen behoef ik niette toonen, hoe allergevaarlykst dit middel was, en hoe fterk en bykans onvermydelyk de geduuri- ge verzoeking waar in men den Vorst leiddeals die nacht en dag het verleiden de voorwerp aan zyne zyde kreeg, in zo danige gefteldheid en omnandighedendaar de wederftand der driften fchier meer dan. menfchen kracht vereischte. De minfte voord eelige uitwerkfelen der ftreelende koe- ftering voor davids gezondheid gaven zo ver een uitzicht. Het blykt ookdat die vernuftige raadgevers weinig zwarigheid daar in gevonden hebben,maar dit veel eer als een beuzeling of geoorloofde zaak aan den Koning hebben opgegeven; of zelfs als bevorderlyk aan zyne gezondheid, indien hem de lust bekroop om ligchaams gemeen- fchap met haar als een Bywyf te houden. Ten minflen, in iemands fckoot te Jlapen geeft dit in kracht te kennen (p). XLIX. Noch meer worden wy hier in beves tigd,door dat beleid,waar m ede Davids knech ten of Hovelingen het werk verder belle ken zoekende kwanswys het heele land door naar de fchoonfte Dochter, die 'er er gens (p) Conf. Gen. XVI. 15. Deut. XIII. 6. 2 Sam. XII. 3, 8. Mich. VII. 5.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 327