270 gens te bekomen was, en dezelve eindelyk, zo het fcheen na lang zoekens, te Sunern of Schunem aantreffende. Dus gaf men het zeker eene fchoone gedaanteen maakte de vertooning, als of men voor den Koning geene moeite fpaardeom hem met de keur van alle bevalligheden te gerievenop eene wyze, overeenkomftig der Oosterfche groot heid in het voorzien van het Vrouwen- timmer met het puik der fexe, uit alle del deelen van het ryksgebied opgezocht (q), Maar even dit toont genoeg, dat 'er een ftreek onder fchuilde. Want gelyk ik reeds begon te zeggenindien het enkel om'sKo- nings geneezinge ware te doen geweest waarom bleef men dan niet nader by huis? Waren 'er te Jerufalem en daarom ftreeks geene puikfchoonheden genoeg onder meer deren en minderen rang te vinden Of ont brak 'er aan deze alle iets,'t geen den zwakken Vorst van nut konde zyn Of moet men zich alle de Jerufalemfche Dochters zo vies en ftuursch verbeelden, en zo afkeerig van de ze eere, 'sKonings bedgenoote te zyn Of haperde het aan iets anders Ja zeker! de Staatkunde verbood hetde keuze op eene te doen vallen, wier belangens, en die van haar geflacht, aan het geheime opzet hin- dqrlyk konden zynof die door de naby- heid (q) Esth. II. i. &c.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 328