272 niet zeer aanzienlyk Steedje, in de Stamme issa schar ten Zuiden van 't gebergte Gil boa, en dus ver genoeg van Jerufalem af (s). Ik bedrieg my geweldigzo men hier geen kunstgreep van haat vinden kan, zo fyn overleid, als men van zulke meefters verwachten kan. L. Eindelyk geef ik in bedenkinge, of dit alles niet uit het verband van 't verhaal zel ve kan opgemaakt wordendat abisag tot eene der JHoofdperfonaadjen gemaakt wierd in het treurfpel, dat men by davids ziek- bedde begon te fpelen? Want, na dat de raadflag van davids knechten en der zei vet uitvoering (in abisag ten Hove te brengen) verhaald was, i Kon. I. i4. volgt'er or- middelyk op, het verhaal van adonia's eerde ondernemingeter gelegenheid van davids zwakheid, met het gene'er verder by gebeurde. Indien de opzoeking van abi sag eenig verband met het volgende heb ben zal ('t geen van zelfs uit de aanëenfcha- kcling der gefchiedenisfe blykt) zo moet het hoofdzakelyk daar op uitkomen, dat salo- Mo's groote tegendarider adonia, zo wel by't leven van zyn zwakken Vader als na deszelfs dood, zich van deze abisag be diend hebbe, om zyne oogmerken uit te voeren, 't welk by davids leven hem mis lukt (s) Conf. reland Pal a) ft. T. II. Lib. III. p. 992.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 330