288 versch in 't geheugen. Weshalven hier de fpreuk gelden moest: melius est praevenire quam praeveniridat het beter isvoor te homen dan voorgekomen te worden. LXIII. Hier door vervalt de bedenking wegens onnatuurlyke hardigheid te meer, nademaal geene Broederlyke betrekking ee- ne misdaad verfchoonen, noch den weg der juftitie flremmen kanten einde het biyke dat 'er by den Rechter geene aanneming des perfoons plaats hebbe. Wat zouden vreemden gezegd hebben van die ontydi- ge toege venheid, en met wat mogelykheid zoude salomo ooit in tydsvervolg de eere van flipte Rechtvaardigheid in zyne Rechts- oeffeningen hebben kunnen handhaven?— Ik zeg nog meer, en 'tgene in de eerde plaatfe had moeten flaanIsraels Koningen deden geen recht uit hunnen eigenen naam, maar in den naam van dien God, welke by die Naatfie als hunne Opperjle Souverain werdt aangemerkt, Hunne verheffing zel ve op den Throon werdt aangemerkt, on- middelyk van de beflellinge van dien God af te hangengelyk ik in 't eerfle deel de zer verhandeling toonde. Dit zo zynde, flond het niet langer in salomo's macht, het leven van zynen Broeder te fpaaren, als die (volgens Israels rechten) onmiddelyk tegen dat recht en de beflellinge van hun nen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 346