(28p
en Opperjlen Koning was ingevlogen en
Dch bleef invliegen.
LXIV. Wat nu verder joab aangaat
eze had reeds meermalen den dood ver-
iend, zelfs in davids leven, onder ande*
;n wegens het vermoorden van Abner en
masa. Doch men handelt verkeerdelyk,
s men de uitfpraak van zyn doodvonnisle
il doen aanzien als een fchynlchoon voor-
endfel, even als of salomo hem niet recht
it durfde fchuldig Verklaaren aan dezenieu-
e zamenzweeringemaar hem kwanswys
m zyne voorgaande misdaden deed om-
rengen, vergeL i Kon. II. 31, 32, en als
f hy dus met een arglistig overleg zyns
aders raad volgde, hem kort voor deszelfs
ood gegeven, 1 Kon, II. 5, 6. david en
\lomo zyn hier in overvloedig door ande-
m verdedigd (y), en tot dat einde getoond
dat het david tot zyn dood toe aan de
macht ontbroken hadde om joab te
ftraüenwegens deszelfs groot vermogen
waar tegen de Vorst zelve niet was op-
gewasfendat dus uitftel hier geen afftel
was, maar veeleer de zorge hier van wet
tig aan salomo wierd aanbevolendat
salomo echter hier wel degelyk voorzich
tig handelen moest, om niet in dezelve
T zwa-
(y) Vide inprimis j. F. buddeüm H, E. V. t. T, II.
17o, 171.