MY NE IIE EREN. XXVI iets kan het genoegen overtreffen 't geen ik thans gevoelenu ik het vow regt hebbe zoo vele aanzienlyke Lede van deze Provintie en Stad voor de eet de reize by den anderen vergaderd t 'en, om, uit een en dezelvegrondbegn Jelen werkzaamgezamentlyk hunne p gingen aan te wenden tot 'bevorderin en uitbreiding van nuttige kunflen en wi tenjchappenen de bejliering van ht Genootjchapten dien einde binnen di ze Stad cpgeregtaanvaard te zien dot zulke Leden, die in zoo vele en ondei fcheidene betrekkingen de doorflaandjl blyken alomme geven, hoe zeer hun d wel/land van het algemeen, van dez Provintie en Stad in het by zonderte\ harte gaat. Deze dag geeft aan ai le de Leden, die tot de opregting vai dit GenootJchap het hunne hebben toege gebragthet allerfierkjle bewys van aei gelukkigen voortgang en aanwas hunm zeef

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 36