II. afd.
opzicht dierhalven geheel anders in de Ree
ling dan in de vermenging der Xb reu
ken moet worden gehandeldterwyl ze
echter daarin wederom" overeenkomendat
ten vierdeningevalle de uitkomst uit weini-
ger cyferletters beflaat, dan zoo even is
vereischt, alsdan de uitkomst van voren
met zoo vele nullen moet worden aange
vuld.
2. De reden nuwaarom men in de
deeling der Xbreuken van de uitkomst
zoo vele letters moet affnydenof die tot zoo
vele letters aanvullen, als 'er in het deel
tal meerder dan in den deeler zyn i. n,
3)beflaat hierin.
Wanneer men na gedane Deeling de uit
komst of quotient wederom vermeenig-
vuldigt met den deeler, moet 'er voor
uitkomst het deeltal weder ontdaan('t
gene wy, als een der eerde proeven op al
le Deelingenonderdeden reeds bekend te
zynen dus onnoodig achten te bewyzen).
Maar wy zagen in het vorig Hoofdji. 1.
dat 'er in de uitkomst [hier het deeltal]
even
3<S8
quotient héeltallen zyn; cn dus het deeltal zoo veelmaal
den deeler in zich bevat: doch ten 2. dat het volftrekt
noödig zy, om een uitkomst te kunnen verkrygen
het deeltal van meerder letters te maken, dan de dee
ler heeft, wanneer het eerfte kleiner in waarde is, dan
de deeler: by voorb. wanneer men 0:370 of T|J| moet
deelen door 1: 234 Ulft.