3$9 die geen Schepfel zonder eenigen cieraad gefchapen heeft gaf ook dit aan het achterile gedeelte van den kopby e. e. twee zeer cierelyke als aan ééngehechte Vezel- dradendie zich als Fr.anjen uitfpreiden. By Fig. 2. ziet men ze by b. b. van agter vergroot; en de evenredigheid, die daarin plaats heeftis zeer aanmerkelyk. De ach- terzyde van den kop die men by Fig. 2. zietheeft niets aanmerkelyks in zich. Voorts befiaat het Lichaam uit Agtien Af- deelingenwaar van de Zeven eerite kort op den anderen volgenen zich van boven vertoonen als twee tegen den anderen ge voegde Hellende Vlakkenvan daar zyn zy rond en verwyderen zichdoch loopen na agter wederom kort op den anderende Zeventien eerlle Afdeelingen zyn aan we- derzyden vercierd met goudene puntendie gelyk zyn aan een volmaakte Wigge, en aan den glans der Tanden. Ik nam de punt op de agtfle Afdeeling, Fig. i. F\ weg; doch bevond dat de punt niet meer dan een derde gedeelte buiten het lichaam en het overige onder de huid be- floten washet liet zich zeer gemakkei yk door middel van een grypertje van het lic haam affcheidenmaar in plaats van dat deze punt zoude beftaan uit een vast lic haam, zo als ik gedagt had, bevond ik, Bb 3 tot

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 451