396 rami den, op deszelfs rug flaandeieder rey van zesdus te famen als twaalf kuifjes of bouquetjes vormende waar mede dit diert je gekroond en verfierd is ieder kuifje beftaat uit vier reyen van uitpuilende te peltjes, en eene op deszelfs top, welker opperde deelen van een roode couleur zyn(, terwyl het overige wit isdeze dus meer dan twintig uitpuilingenop ieder der twaalf kuifjes, geven aan dit diertje een fierlyk aanzienzynde de rug ook met zulke roode flippen bezet. Wanneer het diertje in rust zit, of voort- kruipt flaan deze kuifjes naar bovenof hangen zyd- en achterwaards af, en fchy- nen aan het zelve bevorderlyk in den voort gang die echter traaglyk is. Als het zich tot zwemmen zal begeven maakt het zich los van het takje, breidt zyne kuifjes zydwaards uit, en ryst dus naar boven tot by de oppervlakte van het Waterzwemmendegefchiedt zulks op den rug, de kuifjes nederwaards hangende, en daar mede als voortroeyendewanneer het diertje weder naar beneden wil, buigt het zyn lichaam als een halven cirkel ofkatte- rugen tuimelt dus zeer fchielyk naar be neden,op een foortgelyke wyze als de katten wanneer zy vallen, welke fland van daling vertoond werdt, mede vergroot, by Fig. 3. Zoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 460