397 Zoo zonderling en fraay de gedaante van dit Zee-Jlakje isniet minder befchouwens- waardig is deszelfs Eyerftokgelyk ik het genoegen heb gehad te mogen waarnemen terwyihet zich tusfchen den 4 en 5 van deze maand Maart daar van ontlastte, en 'er op den laastgemelden dag 's morgens noch mede bezig fcheen te zynwanneer het kort daar aan zich weder tot zwem men begaf, en even tierig als te voren ver toonde. De gemelde Eyerftok bevindt zich op een takje Zee-mosen wel op een byzondere wyze daarom geflingerd en gekronkeld, zoo als dezelve in zyn natuurlyke grootte is af gebeeld by Fig. 4, en door een hand-ver- groot-glas vergroot by Fig. 5. De gedaante van den Eyerftok is als een lange platachtige ftrook, of een reepje pa oier gelykende, fneeuw-wit van couleur, hier en daar wat doorfchynendewaar in men de evers duidelyk ziet leggenwelke ondoorzichtig wit zynen by een zeer fter- ke vergrooting blyken niet volkomen rond te zynmaar hoekig als de hagelfteenen ieder noch in een byzonder vlies omvan gen, en met vogt omgeven de zuivere witheid en aardige rondomflingering van dit Eyerfokje maken het zelve alleraange naamst en der befchouwinge overwaardig. Ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 461