4°9 brengt de vetgemaakte vingerslangs de borst, aan die zyde waar van den arm buiten hangtnaar het verst afgeleegeil been toedat men by de knieof voet vat, en voorwaarts naar de borst van het kind haalt de uithangenden arm zal doorgaans daar opvoor een groote gedeelte, intrekkenDat been loslaaten- de, vat men het andere, het zelve ne- vens het eerde voegende, en brengt die beide naar den uitgang." enz. plevier (e), fprekende van het zelfde geval, zegt: "Men moet het uitgekome handtje in de eene hand neemen, en de andere wel befmeert langs het zeiven in- voeren onder of ter zyden het kindal- waar de meefte ruimte isna de voeten, een van dezelve of beide te gelyk vat- ten, en na buiten brengen." enz. 6. Deze aanhalingen getrokken uit de beste Schryvers welke in handen der Vroedvrouwen gevonden wordenzyn vol doende om een denkbeeld van hunne ge brekkige behandeling aangaande deze kunst bewerking te geven, smellie heeft in z'yn uitmuntend werk (f), 't welk onlangs in Cc 5 'tNe- (e) Gezuiverde Vroedkonst 24. Hoofd ft. p. 218. (f) Verhandeling over het befpiegelend en bewer kend deel der Vroedkunde, 3 Bock, 4. Hoofddeel, 4. Afdeeling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 473