4i4 handgrepentot dat het hoofd en de borst in den bodem der lyfmoeder komen te leggen, en de onderbuik des kinds daar het hoo'd te voren gelegen heeft. Ver volgens fchikt men het onderlyf des kinds zoo veel aan die zyde als mogelyk isom plaats te maaken voor het inbrengen van de andere hand met welke de afhaa- linge by de voeten moet gedaan worden Cv). 12. Indien men de gezegde handgre pen wel verhaat, zal men ook gemakke- lyk kunnen begrypen, welke 'er vereischt worden, wanneer het hoofd zig in eene kwaade gehalte aanbiedt, of wanneer de hals, de fchouder of de arm voorkomt warn: in alle deze gevallen moet men de handgrepen inrichten,om aan het kind eene dwarfche'legginge te geven, en vervolgens handelen als gezegd is. 13. In't geval van eene kwaade gehal te van het hoofddaar men zig verplicht vindt om het kind te keeren moet men het hoofd, met de palm van de hand,op- fchuiven naar diezyde daar hetzelve ge- makkelykst kan gebracht worden en ver volgens de fchouders of de borst, tot dat het kind dwars komt te leggen. Men moet het zelfde doenwanneer de hals of de fchouders zig aanbieden. Wanneer de arm uit-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 478