C 4*0 öm de üitkömfie van het kind te beVöb* derentot dat men beide de voeten kaft krygenen vervolgens handelengelyk 16. gezegd is. 2i. De keeringe en afhaalinge van het kind by de voetenvolgens de handelwy- ze door de vroedkundigen (5) voorgeftela, wordt fomtyds vry gemakkelyk Verricht wanneer het water even gebrokenk kind niet groot, en 'er in de lyfmoeder ruim te genoeg isdoch in deze gevallen zelfs zal d® afhaalinge noch veel gemakkelyker en Dd 2 ze- 20. Wanneer het kind met de billen voorkomtmoet men dezelve, met de vlak ke hand, een weinig opwaarts fchuiven, om gemakkelyker met de andere hand de beide voeten te gaan zoeken en uithaalen of men handelt gelyk io. aangewezen is doch wanneer het kind reeds met het ön- derlyf tot in het kleine bekken gezakt is moet men het dubbeld laaten komentot dat men wederzyds, den vinger in de vouw van de liefcheft kan brengen, om de verdere afhaalinge te doen 16.)altyct achtgevendein geval het kind met het aangezicht naar het fchaambeen der moe" der gekeerd is, om het zelve in het uit" haaien te draayen, in diervoegen dat het met het aangezicht naar hét heiligbeen ge keerd komt te leggen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 483