C xxxvm gevondende Zee-polypenen de JU taal-boomtjeibefchreven door de He ren slabber, bomme en schlosseï welke laaste aan dit Genootfchap aan de gantfche geleerde weere) door den dood te vroeg ontrukt is Dit eerfte deel wordt befloten rp de waarnemingen omtrent de lucl gefteldheid, weder, en wind, mitst ders de aanteekeningen der ziekte te vlissingen inden jaare 1768 vo gevallen, door den Heer muller, t van't Genootfchap is verzocht opt zen voet te willen voortgaan. Uit deze eerftelingen zien or Landgenooten den toeleg, dien 1 hebbenom tot nut van 't Gemeei best der Geleerden en van ons Vad land getrouw te arbeidenin die 1 pedat wy hunne goedkeuring zul! wegdragen, en hunnen lust opwt ken om ons de behulpzame hand bieden ter bereiking van ons gro oogmerk, namentlyk de eer vanö en 't welzyn van Nederland. NAA!

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 48